De tweede Arabische beurs won vorig jaar 39 procent, deze maand nog eens 7 procent en bereikte zondag zijn hoogste punt in bijna vijf jaar. De index sloot op ruim 2545 punten.

Handelaren lijken niet meer op te kijken van de aanwezigheid van steeds meer Amerikaanse soldaten, wat duidt op een aanval op Irak, maar speculeren al op het vertrek van Saddam Hussein. Veel Koeweiti’s verwachten een korte oorlog en bespreken inmiddels de economische voordelen die komen als de Verenigde Naties hun twaalf jaar oude sancties zullen opheffen. Daar kun je in hun ogen maar beter vroeg bij zijn, met als gevolg dat de aandelen inmiddels flink in prijs zijn gestegen.

De Koeweiti’s hebben door de huidige hoge olieprijzen veel geld om mee te beleggen. Ook stroomt er kapitaal op de beurs door de compensatiebetalingen die Irak moet betalen wegens de bezetting van het land in 1990-1991.

Daarnaast komt er veel geld van overheidsfondsen. Volgens een vooraanstaande Koeweitse econoom stijgt de beurs altijd in tijden van crisis door interventie van de overheid. Die zou daarmee het volk willen geruststellen. De Koeweiti’s, van nature niet wars van een risico, zouden weer daarop gokken. Daardoor is de beurs volgens de econoom een casino geworden. Sommige analisten waarschuwen dat de aandelen door het speculeren veel te duur zijn geworden. „Deze stijging kun je niet volhouden”, aldus een van hen.