Protestantse Pool leidt EP
Een Pool van protestantsen huize gaat het Europees Parlement leiden. Maar wat binnen die instelling zwaarder telt, is dat met Jerzy Buzek in de voorzittersstoel voor het eerst een politicus uit Oost-Europa een belangrijke functie bekleedt binnen de EU.
Dit laatste droeg er ongetwijfeld toe bij dat betrokkene dinsdag bij de stemming in Straatsburg een overweldigende meerderheid van 555 van de 713 aanwezigen achter zich wist te scharen. De verkiezing kreeg een symbolische lading. Schulz, aanvoerder van de socialisten, zei het in zijn felicitatie zo: „Dat er twintig jaar na de val van de Muur iemand uit een democratisch Polen op deze post komt, beschouw ik als een historisch moment.”Buzek zelf, die op Europees niveau onderdak vindt bij de christendemocraten, de EVP, noemde zijn aanstelling een eerbetoon aan de miljoenen burgers die hebben gestreden tegen het communistische systeem. Verder sprak hij van een signaal in de richting van de twaalf landen uit het voormalige Oostblok die sinds 2004 zijn toegetreden tot de Unie. „Er is geen u en wij meer, we zijn nu samen deel van Europa.” Buzek leidt het EP gedurende tweeënhalf jaar.
De nieuwe voorzitter (69) maakte aanvankelijk carrière als wetenschapper. Hij studeerde af als ingenieur chemische technologie en doceerde aan de universiteit. In 1980 stapte hij in de politiek. Over zijn activiteiten op dat vlak: „Daaraan lagen steeds inzet voor vrijheid en mensenrechten ten grondslag.”
Hij speelde een prominente rol binnen de vakbond Solidariteit van Lech Walesa. Tussen 1997 en 2001, na de omwenteling, was hij premier. Vanaf 2004 bezet hij een zetel in het EP. Buzek is gehuwd en heeft een dochter, die werkt als actrice.
Volgens de statistieken hangt in Polen 90 procent van de bevolking het rooms-katholieke geloof aan. Buzek behoort als lid van de Lutherse Kerk echter tot de kleine protestantse minderheid. Toen hij alweer lang geleden aantrad als kabinetschef benadrukte hij in de nationale volksvertegenwoordiging: „Er is geen sterk Polen mogelijk zonder een morele orde en zonder respect voor de christelijke wortels.”
De Italiaanse premier Berlusconi trachtte de afgelopen periode in de consultaties over het voorzitterschap steun te verwerven voor zijn rooms-katholieke partijgenoot Mauro. Die participeert in een werkgroep die tot doel heeft het christelijk geluid binnen het EP te versterken. Vooral buiten de eigen fractie stonden veel collega’s wat huiverig tegenover een persoon ‘uit de buurt van het Vaticaan’. Uiteindelijk sloten christendemocraten en socialisten een deal over de protestantse Buzek.
Die gaf er dinsdag overigens, misschien onbedoeld, wel blijk van dat hij uit een ‘oerkatholiek’ land komt. Zo verwees hij in zijn eerste toespraak tot de plenaire vergadering naar paus Johannes Paulus II als een inspiratiebron voor het vrijheidsstreven. Voorts overhandigde hij zijn scheidende voorganger, de Duitser Pöttinger, als aandenken een beeldje van de patroonheilige van de mijnwerkers in Silezië.
Dat ontlokte SGP-afgevaardigde Belder als reactie: „Ik zeg maar wat ik dacht toen ik dat tafereel gadesloeg: hier voel ik me niet erg bij thuis; in dit soort protestantisme herken ik me niet. Ik had liever gezien dat hij iets had aangeboden tegen de achtergrond van het Calvijnjaar.”