OM ontraadt horen van kritische rechercheurs
Advocaat-generaal A. Welschen vindt het niet nodig dat het Arnhemse hof kennisneemt van de bevindingen van twee rechercheurs over het politieonderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede. Ondertussen uitte ook advocaat mr. A. Moszkowicz vrijdagmiddag kritiek op de werkwijze van het politieteam.
Voor het Arnhemse hof diende vrijdagmiddag de zaak tegen de directeuren van het Enschedese vuurwerkbedrijf SE Fireworks, R. Bakker en W. Pater. Volgens raadsman J. Plasman volgt Bakker de lijn van de twee rechercheurs in hun bevindingen dat het onderzoek naar de vuurwerkramp ondeugdelijk is uitgevoerd. „Maar volgens mij zijn zij door al die gesprekken met Bakker zijn lijn gaan volgen”, meent Welschen. Plasman deed dit af als „aperte flauwekul.” „Bovendien zou dat nog meer vraagtekens zetten bij het onderzoek naar de vuurwerkramp.”
Welschen vindt het horen van de rechercheurs echter overbodig. Volgens J. Peters, advocaat van de twee rechercheurs, zijn zijn cliënten enkel uit op een eerlijk proces. „Vanaf mei vorig jaar proberen zij hun bevindingen aan het openbaar ministerie kenbaar te maken. Zij menen dat die moeten worden toegevoegd aan het procesdossier, maar het OM heeft een muur opgetrokken”, aldus Peters.
De raadsman stelt dat de informatie waarover de twee rechercheurs beschikken vooral ontlastend is voor De V., die is veroordeeld vanwege het aanstichten van de catastrofe. Het gaat onder meer om de verklaring van een getuige over het alibi van De V. „Mijn cliënten noemen het heel ernstig als een collega van hen, in dit geval een hulpofficier van justitie, een getuige onder druk een belastende verklaring laat afleggen.”
Als het hof de bevindingen van de rechercheurs wel aan het procesdossier toevoegt, kan dit volgens Peters gevolgen hebben voor de zaak tegen De V., maar ook voor die van Bakker en Pater, omdat het OM niet ontvankelijk zou kunnen worden verklaard.
G. Meijers, advocaat van Pater, verzocht het hof De V. te horen als getuige. Hoewel Welschen hier de noodzaak niet van inziet, verzet hij zich hier niet tegen. Meijers en Plasman deden nog meer verzoeken tot het horen van getuigen, nadere onderzoeken naar de aard van het opgeslagen vuurwerk op het bedrijfsterrein en een reconstructie van de vuurwerkramp.
Mr. A. Moszkowicz, de advocaat van De V., uitte vrijdagmiddag voor het hof scherpe kritiek op de werkwijze van het Tolteam, het politieteam dat de vuurwerkramp onderzoekt. Net als de advocaten van de SE Fireworks-directeuren haalt hij de bevindingen aan van de twee rechercheurs die menen dat het onderzoek ondeugdelijk is uitgevoerd. „Als ze hier herhalen wat ze hebben opgeschreven, heeft het openbaar ministerie een probleem”, meent Moszkowicz.
De raadsman wil nog een groot aantal getuigen horen, onder wie naast de twee rechercheurs ook de politie-infiltranten die in huizen van bewaring De V. een bekennende verklaring ontlokten. Die kwamen erop neer dat hij brand heeft gesticht op het terrein van SE Fireworks op 13 mei 2000, met de vuurwerkramp tot gevolg.
Advocaat-generaal Welschen meent dat het horen van al deze getuigen onnodig is. Dit tot onvrede van Moszkowicz: „Het hof zou juist moeten instemmen met het horen van de twee rechercheurs, al was het maar om alle schijn van een niet goed werkend Tolteam weg te kunnen nemen.”
De leiders van het Tolteam, die bij de zitting in Arnhem aanwezig waren, zijn alle kritiek op hun werkwijze meer dan zat. Zij blijven erbij dat het onderzoek goed is uitgevoerd. Overigens is het team nog steeds operationeel. Vijf man houdt zich nog bezig met de vuurwerkramp, hoewel niet fulltime. Nieuwe ontwikkelingen die zich voordoen in deze zaak worden nog allemaal nagetrokken, aldus de leiding. Zij kan zich niet vinden in de kritiek van de twee rechercheurs op het onderzoek en meent dat het tweetal niet als getuigen moet worden gehoord, omdat dat hen als persoon kan schaden.
Moszkowicz haalde ook nog een uitspraak aan van het Europese Hof voor de Mensenrechten in Straatsburg over de inzet van politie-infiltranten. Het hof oordeelde in november dat de inzet van een politie-infiltrant in een Engelse strafzaak in strijd is met het recht op een eerlijk proces. „Als dit hof de uitspraak overneemt, blijft er in de zaak tegen mijn cliënt niets over”, aldus de raadsman. Welschen meent echter dat beide zaken zodanige verschillen bevatten, dat de conclusie van het Europese Hof niet klakkeloos kan worden overgenomen.
Het hof doet in een tussenarrest op 7 februari uitspraak over alle verzoeken. Op 10 februari gaat het hof naar Enschede om een kijkje te nemen op het rampterrein.