SDU–leider Zarko Korac heeft het stuk naar parlementsvoorzitter Slavica Dukic–Dejanovic gestuurd. Dit meldde het persbureau B92.De staat Servië moet volgens Korac de volkerenmoord van Srebrenica onder ogen zien en de nabestaanden van de slachtoffers helpen. De opbouw van een nieuwe democratische staat is onmogelijk wanneer het verleden wordt geloochend. Wanneer het parlement deze verklaring onderschrijft, zou de genocide niet meer mogen worden ontkend of als glorie geprezen worden.

De Servische premier Mirko Cvetkovic zei zaterdag dat de nabestaanden geen rust kunnen hebben, zolang de verantwoordelijken voor het bloedbad niet gestraft zijn. Rechtsvervolging is volgens hem „een van de belangrijkste voorwaarden voor verzoening en het leggen van een fundering voor een duurzame vrede in de regio”.

Op 11 juni 1995 viel moslimenclave Srebrenica in handen van de Serviërs uit Bosnië, met een bloedbad onder circa achtduizend moslimmannen en –jongens als gevolg. Het Nederlandse VN–bataljon Dutchbat heeft de genocide niet voorkomen.