Geen onderzoek naar synodebesluit ’67
De synode van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) heeft vrijdag tijdens een extra zittingsdag in Amersfoort besloten geen verder onderzoek te doen naar de besluitvorming van de synode van Amersfoort van 1967. Door de toen genomen besluiten over de zogenaamde Open Brief kwam er een scheuring waarbij de Nederlands Gereformeerde Kerken ontstonden.
Er komt dus ook geen revisie van de besluiten, zoals sommigen hoopten. Wel keek de synode gisteren kritisch naar haar eigen verleden. Dat kwam echter niet tot uitdrukking in besluitvorming. Het moderamen gaat in opdracht van de synode bij de Nederlands gereformeerden het genomen besluit en de overwegingen daaromheen toelichten. Gisteren rondde preses dr. E. A. de Boer de discussie af door te stellen „dat het ijs naar de Nederlands gereformeerden al jaren gebroken is.”
De commissie die de besluitvorming voorbereidde, stuurde de synodeleden 24 pagina’s overwegingen en voorstellen toe. Het ging om een beschrijving van „wat de problematiek is in de voorgelegde bezwaren tegen de synode van 1967.” Dat waren de bezwaren van de Particuliere Synode van Noord-Holland, die zich weer baseerde op wat een Gouds gemeentelid, die reeds jaren strijdt voor herbezinning op 1967, te berde had gebracht.
Drie van de vijf commissieleden van het meerderheidsvoorstel, ds. J. A. Boersema, ds. K. Harmannij en ouderling J. C. B. Jongeneel, wilden, in tegenstelling tot ouderling P. van de Groep en ds. G. Zomer, nadrukkelijk uitspreken dat het achteraf te betreuren valt dat na 1967 niet nader op de problematiek met de openbriefschrijvers is doorgesproken. De drie commissieleden zagen hun poging echter stranden.
Synodelid ds. P. L. Voorberg zei daarover desgevraagd: „Wij zijn altijd bereid kritisch naar ons verleden te kijken. We doen dat congeniaal met ons voorgeslacht. Maar we willen dat alleen doen op grond van overtuigend bewijs.”
Op de achtergrond speelde mee dat de synode van Zuidhorn eerder nieuwe plaatselijke samenwerking afwees. Een van de achterliggende motieven daarvan was dat de vrijgemaakten beter plaatselijk een pas op de plaats kunnen maken, om later mogelijk in hun geheel met de Nederlands gereformeerden op te trekken. Dat besluit is verkeerd gevallen in verschillende gereformeerd vrijgemaakte kerken.
De hypotheek op de discussie van gisteren was dat verschillende vrijgemaakten, na de rem op de plaatselijke eenwording, een nieuwe weg wilden openen naar de Nederlands gereformeerden. Het synodebesluit uit 1967 leek daarbij een sta-in-de-weg.
Bij de opening van de synodedag memoreerde preses dr. E. A. de Boer dan ook dat in de Nederlands Gereformeerde Kerken afgelopen zondag gebeden is voor deze synodezitting. Hij zei verder, voorafgaande aan het gebed, dat hij wilde bidden „voor de spanningen tussen onze kerken en de Christelijke Gereformeerde Kerken, nadat vanuit die kerken veertig predikanten onze prediking veroordeelden.” Hij bad ook „voor eensgezindheid binnen de CGK en voor wijsheid dat binnen die kerken zodanig leidinggegeven wordt, dat de twee kerken nader tot elkaar kunnen komen.”
In een toelichting op de commissievoorstellen stelde rapporteur ds. Harmannij dat de bedoeling van het besluit uit 1967 was de belijdenis hoog te houden. „Maar er is een te snel oordeel geveld over de schrijvers van de Open Brief.”
Ds. Zomer noemde de trend die hij in de stukken bespeurde „een wat afstandelijk benaderen van de geschiedenis”: „Alsof 1967 een grijs verleden is. Ik mis de verbondenheid met de synode van toen. Ik verwacht zulk afstandelijk denken van postmoderne catechisanten, maar niet in dit huis.” Het mede door hem aangedragen voorstel om geen xxxtreurnis uit te spreken, haalde het later ruimschoots.
Ds. H. Drost ontwaarde vooral de wens van de Nederlands gereformeerden om samen met de vrijgemaakten te spreken over de „eenheid van Christus’ kerk.” Hij had graag de Nederlands gereformeerden op deze synodedag als gesprekspartner ontmoet. Ds. Boersema zei namens de commissie dat de voorstellen „genoeg handvatten bieden om tegen de Nederlands gereformeerden te zeggen dat er veel mis was met de besluiten van 1967, maar dat de belijdenis staat.”
Het moderamen brak de bespreking enkele malen af en xxom te overleggenoverlegde over verdere voortgang. Een poging van de meerderheid van de commissie om iets van xxxtreurnis uit te spreken over de afwikkeling van het besluit uit 1967 haalde het niet.
Dr. De Boer memoreerde dat de pogingen van het Goudse kerklid geen concreet resultaat opleverden in de vorm van een studiedeputaatschap. „Toch was hij het die de synode huiswerk meegaf. Ik hoop dat hij rust vindt na zijn jarenlange inspanningen.”
De synode werd gisteravond definitief gesloten. De formele sluiting had reeds eerder plaats.