Staatscommissie Grondwet van start
De staatscommissie die zich buigt over de modernisering en de toegankelijkheid van de Grondwet is gisteren geïnstalleerd.
„We moeten voorkomen dat de Grondwet minder relevant wordt. Dat risico bestaat wel”, zei minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken gisteren bij het startsein van de staatscommissie in het Nationaal Archief in Den Haag.De staatscommissie bestaat uit een gezelschap van voornamelijk staatsrechtgeleerden. Voorzitter is prof. W. Thomassen, raadsheer bij de Hoge Raad. Onder de tien leden bevinden zich prof. mr. C. A. J. M. Kortmann (emeritus hoogleraar staats- en bestuursrecht), prof. mr. R. de Lange (hoogleraar staats- en bestuursrecht) en prof. B. M. Oomen (bijzonder hoogleraar rechtspluralisme). Verder is ook drs. J. P. de Vries, oud-hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad, lid van de staatscommissie.
Een van de voornaamste opdrachten is om uit te zoeken hoe de Grondwet meer betekenis voor burgers kan krijgen. Het kabinet wil af van het „fletse” en „archaïsche” karakter van de constitutie. De staatscommissie zal onderzoeken of er een preambule, een soort voorwoord, aan de Grondwet kan worden toegevoegd.
Verder zal de commissie kijken naar de verhouding tussen grondrechten die in Nederland zijn vastgelegd en rechten die voortvloeien uit internationale verdragen, zoals het recht op een eerlijk proces en het recht op leven. Ook zal ze aangeven of het nodig is bepaalde grondrechten, zoals het brief- en telegraafgeheim, te herijken als gevolg van de digitalisering.
De laatste staatscommissie, onder leiding van oud-premier Biesheuvel, bracht in 1984 advies uit over vergroting van de kiezersinvloed op beleidsvorming. De commissie-Thomassen krijgt een jaar de tijd voor een advies.