Het college stuurde dinsdag een rapport over dit onderwerp naar minister Klink (Volksgezondheid).Meer dan een miljoen Nederlanders tussen de 16 en de 69 jaar drinken veel alcohol en ondervinden daardoor problemen. Als vrouwen 15 tot 35 glazen alcohol en mannen 22 tot 50 glazen drank per week nuttigen, is er sprake van overmatig alcoholgebruik. Slechts een klein deel van alle probleemdrinkers doet een beroep op hulpverlening.

Het CVZ wil dit veranderen, omdat drankmisbruik een bron is van veel persoonlijke en maatschappelijke problemen, die ook nog eens veel kosten met zich meebrengt. Mensen zijn minder arbeidsproductief, kosten medisch gezien meer geld en veroorzaken meer (verkeers)ongevallen.

Volgens schattingen is de maatschappij jaarlijks ruim 2,5 miljard euro kwijt aan de gevolgen van overmatig alcoholgebruik. Het CVZ heeft berekend dat wanneer 5 procent van de risicogroep via preventieprogramma’s probeert niet verslaafd te raken, dit tussen de 3 miljoen euro (bij minimale begeleiding) en ruim 21 miljoen euro (intensieve begeleiding) gaat kosten.

Verzekerden komen voor behandeling in aanmerking als zij een risico lopen. Hiervan is sprake als zij meer drinken dan verantwoord is, terwijl er nog geen sprake is van alcoholmisbruik, aldus het college. Er bestaan diverse preventieprogramma’s, van zelfstudie via internet tot groepstherapie. Het gaat vooral om motiverende gespreksvoering en cognitieve gedragstherapie.

Bij de laatste is de veronderstelling dat irrationele cognities (gedachten) zorgen voor ongewenst gedrag. De therapie richt zich op het wegnemen van deze irrationele gedachten. De behandeling wordt vergoed als de deelnemer niet anoniem deelneemt; de kosten moeten herleidbaar zijn tot een verzekerde.