Wilders refereerde in het vraaggesprek aan de oproep van minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken. Zij had vorige week in een gesprek met weekblad Vrij Nederland laten optekenen te hopen op een tegenbeweging van „weldenkende en wellevende mensen” tegen Wilders en zijn partij.Ter Horst zei zich zorgen te maken over de „onderbuikgevoelens” bij de bevolking en te „snakken” naar een opstand van de intellectuele elite. „Ik geloof echt dat een opstand van de elite hard nodig is.”

Ze hoopt op een reactie van mensen die genoeg hebben van „de vergroving van de samenleving die extreem rechts propageert.”
Wilders hekelt de in zijn ogen radicaliserende toon van het kabinet. „Ik stel vast dat een prominent lid van het kabinet nu een oproep doet om in opstand te komen. Een opstand. Dat zou ik eens moeten zeggen.”

Volgens de PVV-leider hebben de uitlatingen van Ter Horst te maken met de verkiezingsnederlaag van de PvdA bij de Europese verkiezingen, die een maand geleden werden gehouden. „Nu die partij in ontbinding is, toont Ter Horst haar ware gezicht. De elite radicaliseert, niet wij.”

Behalve Ter Horst moet ook PvdA-bewindsman Van der Laan voor Wonen, Wijken en Integratie het ontgelden. „Van der Laan is een arme man. Hij moet kennelijk naar voren treden tegen mij, maar hij kan er beter voor zorgen dat er wat aan het beleid verandert. De immigratie gaat onze spankracht te boven, heeft hij gezegd. Laat hem de daad bij het woord voegen.”

De uitlatingen van Ter Horst in de media passen in een patroon. Sinds de verkiezingswinst van de PVV bij de Europese verkiezingen, kiezen kabinetsleden voor de aanval op Wilders. Regeringsvertegenwoordigers verschenen de afgelopen weken veelvuldig in de media om de PVV op inhoudelijke gronden het vuur aan de schenen te leggen.

Van der Laan was de eerste in een rij criticasters. Hij daagde Wilders uit voor een debat met de woorden „kom maar op, meneer” en „Wilders, waar blijf je.” Defensieminister Van Middelkoop (CU) noemde Wilders’ denkbeelden „hysterisch” en typeerde de politicus als een „overgangsfiguur.” PvdA-staatssecretaris Timmermans van Europese Zaken zei de PVV „onfatsoenlijk” te vinden, terwijl minister-president Balkenende zich liet ontvallen „meer op te hebben met Fortuyn dan met Wilders.”

CDA-staatssecretaris De Jager zei vorige week in een interview dat de PVV een sociaal-economische agenda ontbeert. De bewindslieden Verhagen van Buitenlandse Zaken (CDA) en Rouvoet voor Jeugd en Gezin (CU) verweten Wilders „tweespalt” in de samenleving te veroorzaken.

Volgens Wilders getuigt deze kabinetsstrategie van openlijke confrontatie echter van „pure paniek.” De PVV-leider zegt dat hij uit veiligheidsoverwegingen regelmatig kogelvrije vesten moet dragen, „maar voor de waterpistooltjes van al die ministers heb ik dat in elk geval niet nodig.”