Kamer: Straf nalatige gemeenten
Gemeenten die hun basisadministratie volgend jaar nog niet op orde hebben, moeten aan de schandpaal worden genageld. Dat vindt een meerderheid van de Tweede Kamer.
De initiatiefnemer van het voorstel, PvdA-Tweede Kamerlid Heijnen, hoopt nalatige gemeenten met de dreiging van ”naming and shaming” ertoe te bewegen de nieuwe basisregistratie snel in te voeren. Vanaf januari moeten gemeenten dit systeem met persoonsgegevens van burgers gebruiken. Maar het ziet ernaar uit dat veel gemeenten dat niet halen. Meerdere partijen, waaronder coalitiegenoot CDA en oppositiepartij SP, steunen het idee van Heijnen om druk op de ketel te zetten.Ook staatssecretaris Bijleveld (Binnenlandse Zaken) voelt er wel voor, zo bleek gisteren in een overleg over de kwestie. Wat haar betreft worden de prestaties van gemeenten op een website (waarstaatjegemeente.nl) gepubliceerd. Ze gaat op verzoek van de Kamer ook gemeenteraden aanschrijven, zodat die hun college van burgemeester en wethouders tot haast kunnen manen.
De PvdA zou desnoods een bestuurlijke boete willen opleggen aan gemeenten die hun wettelijke taak niet goed uitvoeren. Bijleveld zei echter dat dat soort sancties niet mogelijk zijn. Daarvoor zou de wet eerst moeten worden aangepast.
Bijleveld zal bestuurders en gemeenten wel blijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Eerder dit jaar kondigde ze al aan tijdelijk extra mensen beschikbaar te stellen om gemeenten te helpen bij de invoering van de nieuwe basisregistratie.
Tot nu toe hebben slechts 25 van de ruim 440 gemeenten het nieuwe systeem ingevoerd. De vier grote steden (Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht) hebben aangegeven dat ze de basisregistratie voor januari voor elkaar hebben. Bijleveld laat ondertussen een analyse maken om erachter te komen wat nu precies het probleem is met de invoering ervan. Geld en techniek zijn dat volgens haar niet. De staatssecretaris mist onder meer een gevoel van urgentie onder bestuurders.
Het was de bedoeling dat mensen dankzij de basisregistratie vanaf volgend jaar nog maar één keer hun gegevens hoeven door te geven aan de overheid. Dat is een stuk handiger dan de huidige manier van registreren. Op dit moment zijn burgergevens vastgelegd bij ruim 1500 overheidsorganisaties, in 30.000 systemen. Deze systemen zijn weinig tot niet op elkaar afgestemd. Daardoor is uitwisseling van gegevens tussen de diverse instanties vaak onmogelijk. Ook zijn de afzonderlijke organisaties vaak slecht op elkaar ingespeeld, waardoor samenwerking niet eenvoudig is.
Invoering van een algemeen systeem voor basisregistratie kampte al eerder met vertraging, veroorzaakt door technische problemen.