Nationale feestdag in Irak
De verkiezingen in Iran en de daaropvolgende protesten, maar ook het oprukken van de taliban in Afghanistan en Pakistan hebben de gebeurtenissen in Irak enigszins naar de achtergrond verdrongen. Toch is het van belang de ontwikkelingen in het land op de voet te volgen nu de Amerikaanse troepen zich dinsdag uit de steden terugtrekken.
De vraag is of Irak het zonder de aanwezigheid van de Amerikaanse troepen in de steden kan stellen. Hoe stabiel is Irak werkelijk? Zal de burgeroorlog tussen soennieten en sjiieten opnieuw ontbranden? Moeten de christenen het ontgelden als het inderdaad tot nieuw geweld komt?De voortekenen beloven niet veel goeds. In Bagdad vielen vrijdag als gevolg van een bomaanslag zeker twintig doden in een bazaar waar motorfietsen worden verhandeld. De bomaanslag is de jongste in een golf van aanslagen. Bij elkaar vielen er al zeker 250 doden.
Amerikaanse en Iraakse functionarissen verwachten meer geweld, maar zeggen dat de terugtrekking hoe dan ook doorgaat. De Iraakse premier Nuri al-Maliki wil 30 juni graag in de geschiedenisboekjes hebben als „de grote overwinning op de bezetters.” Hij houdt voor dat de zogenaamde bezetters zijn verdreven, maar gaat gemakshalve voorbij aan het feit dat er nog zeker 131.000 Amerikanen in het land blijven. En de sjiiet Al-Maliki vergeet dat hij onder de soenniet Saddam Hussein nooit premier zou zijn geworden. Dat heeft hij toch maar aan de Amerikanen te danken.
Het is de onverzettelijkheid van Al-Maliki geweest die ertoe heeft geleid dat al 85 procent van de Amerikaanse steunpunten is ontmanteld. Daartoe behoort ook de basis in het radicale sjiitische bolwerk Sadr-City in het noorden van Bagdad. De Amerikanen wilden daar graag blijven, maar Al-Maliki wilde daar niet aan.
In het openbaar praten Amerikaanse functionarissen enthousiast over de vooruitgang binnen de Iraakse veiligheidstroepen, maar persoonlijk vragen sommige hoge legerofficieren zich af of de Irakezen, als de VS in 2011 vertrekken, wel in staat zijn om alleen te vechten. Waarnemers stellen dat er in het verleden een te rooskleurig beeld is geschetst van de vooruitgang in de ontwikkeling van de Iraakse veiligheidstroepen. De Irakezen zouden nog een lange weg te gaan hebben.
Als dat inderdaad zo is, dan is Al-Maliki wel uiterst voorbarig geweest om 30 juni uit te roepen tot nationale feestdag. De Amerikanen kunnen vanzelfsprekend niet tot in lengte van dagen in Irak blijven. Irak zal weer op eigen benen moeten staan. Maar de huidige golf van geweld doet het ergste vrezen.
Amerikaanse functionarissen wijzen anderzijds op het feit dat het geweldsniveau op dit moment nog nooit zo laag is geweest sinds de invasie in maart 2003. Daarom gaat ook de geplande vrijlating van Iraakse gevangenen door. Het laatste Amerikaanse gevangenenkamp gaat in augustus volgend jaar dicht. Dan moeten ook de meeste soldaten het land hebben verlaten. Zo’n 50.000 Amerikaanse militairen blijven tot eind 2011 in Irak. De tweede helft van dit jaar zal blijken of de plannen realistisch zijn.