„U bent behekst, we moeten offeren”
Geloof in geesten en in bezetenheid komt vrijwel overal ter wereld voor. Alleen in westerse landen is het veel minder. In Londen vond maandag een congres plaats over de invloed van geesten in de geestelijke gezondheidszorg.
In de confrontatie met andere culturen worden de psychiatrie en de theologie geconfronteerd met verklaringen van gedrag die lang geen ruimte kregen in de westerse opvattingen over ziekte en gezondheid. Een van die vragen is of er plaats is voor invloed van geesten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz).In Nederland wordt over deze vraag volop gediscussieerd. In Londen vond maandag een congres plaats met als doel professionals meer bewust te maken van opvattingen over gezondheid onder zwarte minderheden en etnische groepen. Het congres was georganiseerd door Ethnic Health Initiatives. Op dit congres beweerden sprekers van uiteenlopende achtergrond dat het geloof in geesten en in bezetenheid vrijwel overal op de wereld voorkomt. Alleen in westerse landen is dat veel minder.
Melba Wilson, leider van het programma Delivering Race Equality (DRE), presenteerde haar onderzoek onder moslims. Mensen met een islamitische achtergrond zoeken de oorzaak van psychiatrische klachten vaak in verkeerde daden, in bovennatuurlijke oorzaken zoals geesten, vervloekingen en demonen, en in bijgeloof. Willen werkers in de ggz dat begrijpen, dan zullen ze zich moeten verdiepen in de culturele achtergrond van hun patiënten.
Professor Shadidharan sloot zich daarbij aan. De gangbare psychiatrie is een westers product, stelde hij. „Nu de psychiatrie in aanraking komt met niet-westerse culturen vraagt dat om aanpassingen. Dat proces verloopt moeizaam. Een in Engeland woonachtige Pakistaanse vrouw wordt door de psychiater als schizofreen gediagnosticeerd. De behandeling brengt geen verbetering. De familie gaat op zoek naar een islamitische geestelijke en meldt dit aan de psychiater. In een overleg tussen de psychiater en de geestelijke vraagt de geestelijke wat de psychiater gezien heeft van de stoffen in het hoofd van de vrouw. De psychiater blijft het antwoord schuldig. De geestelijke heeft in elk geval geesten (”jinns”) gezien. Vanaf dat moment gaat het beter met de vrouw. De geestelijke schrijft het toe aan zijn invloed, de psychiater aan zijn behandeling.”
Jinns zijn volgens de islam schepselen uit een andere wereld. Ze verbergen zich en kunnen keuzes maken. Ze eten, drinken en kunnen sterven. Ze verblijven graag op begraafplaatsen. Uit onderzoek van antropoloog dr. Najat Khalifa blijkt dat 80 procent van de moslims in het bestaan van jinns gelooft, terwijl 63 procent gelooft dat bezetenheid bestaat. Een imam-therapeut uit het publiek nuanceerde de cijfers. De folklore rond jinns is omstreden en niet altijd in overeenstemming met de formele opvattingen van de islam, zei hij. Volgens de man kan er ook over jinns worden gesproken om werkelijke problemen zoals mishandeling te verdoezelen.
De Finse psychiater Pakaslahti heeft onderzoek gedaan naar geneeswijzen in een hindoestaanse tempel. Naast de officiële psychiatrie bestaat er een volkspsychiatrie die van invloed is op geletterde mensen. Aan de hand van een film illustreerde hij wat er gebeurt: een meisje kan niet meer eten, voelt een vuur in zich en is bang. De medische behandeling slaat niet aan. Het culturele aspect wordt namelijk niet herkend.
Dat gebeurt wel bij de traditionele genezer, die de hele familie bij het herstel betrekt. Enkele recent overleden familieleden doen mee in sessies in de vorm van geestverschijningen. Het blijkt dat in de familie alleen meisjes zijn geboren, terwijl jongens een hogere status hebben. Moeder kreeg twee miskramen en dat bleken jongens te zijn.
Dr. Bettina Schmidt deed in New York antropologisch onderzoek onder Puertoricaanse vrouwen. Ze ontdekte dat bezetenheid een positief effect heeft. Het kan gezien worden als een roeping om in een religie ingewijd te worden. Bezetenheid hoeft niet bestreden te worden, bezetenheid moet worden gecontroleerd.
Dr. Simon Dein deed veldonderzoek in een moslimwijk van Londen. Hem werd al snel duidelijk dat traditionele genezers een belangrijke rol spelen. Ze worden ingeschakeld bij conflicten, bij huwelijksproblemen en bij (ongewenste) verliefdheden. Dein was een van de weinige sprekers die een kritisch geluid over de traditionele genezers lieten horen. Hij ging eens voor advies naar zo’n genezer en kreeg al snel te horen dat hij behekst was. Op de vraag wie dat gedaan had, moest de genezer het antwoord schuldig blijven. Daarvoor was het offer van een schaap nodig. En toen kwam de aap uit de mouw: dat offer zou 400 Engelse pond moeten kosten.