Afgeluisterd: Gijs Boelen
„Hij durft niet!” fluisterde componist Hendrik Andriessen toen de gedurfde beginakkoorden van zijn ”Sinfonia per organo” in de Utrechtse Domkerk nogal lang op zich lieten wachten.
”Sinfonia per organo” was het product van een conversatie tussen Andriessen en de Vlaamse orgelmeester Flor Peters. Het werd Andriessens omvangrijkste orgelwerk, dat in 1940 door Flor Peters ten doop werd gehouden in de Utrechtse Dom.De jonge organist Gijs Boelen brengt het werk tot klinken op het Sauerorgel uit 1922 van het Orgelpark in Amsterdam.
Boelen (1984), die organist is van de protestantse gemeente van Amsterdam-Zuidoost en vorig jaar in Amsterdam afstudeerde bij Jacques van Oortmerssen, speelt een hele schijf vol met Nederlandse, Franse en Duitse romantiek. Volgens het booklet is dat zijn specialiteit, naast „een breed repertoire met literatuur uit uiteenlopende stijlperiodes en landen.”
Het is mij nooit duidelijk hoe ik zo’n omnivoorachtig predicaat moet duiden. Of het moet wijzen op het feit dat op ”Mon orgue, c’est mon orchestre” ook Wijnand van Klaverens ”Missa Brevis”, geschreven in opdracht van Stichting het Orgelpark en uitgevoerd door bariton Willem de Vries, een plek heeft.
Dat dit werk volgens het booklet een idioom heeft dat vergelijkbaar is met de andere stukken op de cd, ontgaat mij.
In elk geval geeft Gijs Boelen met deze cd een waardig visitekaartje van zijn kunnen af. Naast de compositie van Andriessen klinken van Franse bodem ”Feux Follets” van Louis Vierne en ”Hodie mecum eris in Paradiso” van Charles Tournemire.
Ten slotte van de Duitse Max Reger de eerste versie van diens kolossale Phantasie und Fuge in d kleine terts (opus 135b), een van Regers laatste orgelwerken.
N.a.v. ””Mon orgue, c’est mon orchestre” – Gijs Boelen bespeelt het Sauer-orgel van het Orgelpark in Amsterdam met medewerking van Willem de Vries, bariton”; Orgelpark (704); € 15; bestellen: orgelpark.nl.