Christiaan Ingelse: buitenbeentje in het Mendelssohnjaar
Plaats:
Gouda, Sint-JanskerkTijdstip:
woensdag 24 juni, 20.00 uur
Uitvoerende:
Christiaan Ingelse, orgel
Programma:
presentatie cd met werken van Mendelssohn
Christiaan Ingelse is sinds vele jaren hoofdorganist van de Sint-Janskerk te Gouda. Hij heeft daar de beschikking over het prachtige Moreauorgel. Het programma dat Ingelse deze avond speelde, was hetzelfde als dat van zijn nieuwste cd, die na het concert werd gepresenteerd.
Ingelse is een buitenbeentje in orgelland. Een cd in het Mendelssohnjaar? Prima, maar dan niet weer de sonates; die zijn alleen al in Nederland in minstens acht uitvoeringen te krijgen. Omdat hij behalve als organist ook als pianist afstudeerde, keek Ingelse of er niets te doen viel met de ”Lieder ohne Worte”: korte karakterstukken waarin Mendelssohn zijn beeldend vermogen kwijt kon. Ingelse heeft er een aantal voor orgel bewerkt en uitgegeven.
Het klinkend resultaat mag er zijn. Met zijn directe, pittige aanslag en zijn groot gevoel voor registratie, weet Ingelse van het overbekende ”Spinnerlied” en het ”Venitianisches Gondellied” klankjuweeltjes te maken. Haast spectaculair klonk de ”Trauermarsch”, met fraaie trompetten die op de achtergrond naklinken. Dit deed mij een beetje denken aan de vroegere orgelbespelingen van Piet van Egmond. Niet toevallig overigens, want Ingelse heeft nog les van hem gehad.
Er klonk ook een bewerking van enkele preludes en fuga’s, oorspronkelijk voor piano geschreven. Vooral nummer 3 in b is een meesterstukje, dat doet denken aan de haast spookachtige scherzo’s die Mendelssohn in zijn orkest- en kamermuziekwerken vaak gebruikte.
Het spel van Ingelse kenmerkt zich door fijnzinnigheid, gekoppeld aan grote virtuositeit. Het is nooit gericht op uiterlijk effect, maar meer op het vertellen van het muzikale verhaal, het spel tussen motieven en harmonieën.
Natuurlijk waren er ook nog enkele sonates. Vooral de eerste, met zijn conflictueuze eerste deel, maakte veel indruk.
Ingelse nam de moeite om, voordat hij het orgel beklom, zijn programma toe te lichten. Daarbij betrok hij terecht zijn vrouw, die zich ontwikkeld heeft tot beeldend kunstenares. Zij kreeg uit handen van haar echtgenoot het eerste exemplaar van de bladmuziekuitgave van de Mendelssohnbewerkingen aangeboden.
Zo’n zeventig belangstellenden gaven de solist na afloop een welverdiend applaus.