Het document komt zes maanden na de Israëlische aanval op de door Palestijnse Hamas–beweging bestuurde kuststrook. Circa 1400 Palestijnen kwamen om tijdens het 22 dagen durende offensief, dat volgens Israël diende om raketaanvallen vanuit het gebied tegen te gaan.Volgens het Rode Kruis kunnen de inwoners hun leven niet opbouwen en glijden ze steeds verder weg in armoede. Er is onvoldoende cement en staal voorhanden om platgebombardeerde huizen (ruim 50.000), fabrieken, scholen en moskeeën weer op te bouwen.

De armoede bevindt zich op een „alarmerend laag niveau". De armste inwoners zijn door hun reserves heen en moeten bezittingen verkopen om aan eten te komen, zo staat in het rapport. Ernstig zieke mensen hebben moeite om de juiste behandeling te krijgen.

In april 2007, voordat Hamas de macht overnam in het gebied, mochten circa 11.500 vrachtwagens met goederen vanuit Israël de Gazastrook inrijden. In mei van dit jaar waren dat er nog slechts 2.500. Zwaar getroffen buurten blijven eruit zien als het epicentrum van een aardbeving als er niets verandert, aldus de hulporganisatie. Ook gebrekkige samenwerking tussen Hamas en de Palestijnse Autoriteit in Ramallah helpt de bevolking niet vooruit.