De vakbonden en de werkgevers spraken dinsdag met het kabinet over de herstelplannen die pensioenfondsen moeten indienen om weer orde op zaken te stellen. Aan het eind van deze maand moeten alle 138 fondsen die een te lage dekkingsgraad hebben een plan bij de Pensioen- en Verzekeringskamer (PVK) hebben liggen. Uit de gegevens uit de stukken die op dit moment bij de PVK zijn ingeleverd, blijkt dat negen van de 42 fondsen die al een herstelplan hebben ingediend, langer nodig hebben dan één jaar om hun dekkingsgraad naar 105 procent te tillen.

De PVK heeft als toezichthouder de eis gesteld dat ze in principe binnen die periode hun vermogen aanzuiveren. Eind deze maand moeten de ongeveer 200 fondsen met een onderdekking hun herstelplannen bij de PVK hebben ingediend.

Vakbonden en werkgevers, die samen de bestuursraden van pensioenfondsen vormen, hadden de verantwoordelijke minister De Geus expliciet om extra tijd gevraagd. Zijn staatssecretaris Rutte, belast met pensioenzaken, heeft de extra ruimte dinsdag toegezegd. „Met maatwerk moeten de pensioenfondsen weer op krachten kunnen komen.”

De gegevens van de pensioenfondsen zorgden voor enige opluchting op het departement en bij de sociale partners. De PVK luidde de noodklok in een circulaire van 30 september, toen de grofweg duizend pensioenfondsen in Nederland een tekort van 23 miljard euro hadden. Dat gat was geslagen door de aandelenkoersen, die drie jaar op rij zijn gedaald en de reserves van de pensioenfondsen hebben aangetast.

Nu het tekort een stuk minder groot is, wil Rutte waakzaam blijven. „Het ijs is nog dun. We gaan niet de vlag uitsteken.” Zijn aandacht richt de bewindsman in een volgend overleg met de sociale partners op het verder opbouwen van de vermogens. „De fondsen moeten weer een vetlaag krijgen.”

Gezien het forse gewicht van aandelen in de beleggingsportefeuilles van de pensioenfondsen heeft de PVK hen gesommeerd een extra buffer te vormen om schokken op de effectenbeurzen te kunnen opvangen. De kamer eist een dekkingsgraad van 135 procent, waar de fondsen acht jaar de tijd voor krijgen.

Hoe belangrijk de financiële reserves zijn, is de afgelopen jaren bewezen, zo onderstreepte dinsdag G. Verheij, secretaris sociale zaken en pensioenbeleid van VNO-NVW. „De buffers hebben hun waarde bewezen. De AEX-index is gezakt van 700 naar 300 en alle fondsen hebben hun verplichtingen kunnen nakomen.” De werkgevers waren tevreden met de extra tijd voor de pensioenfondsen.

Vice-voorzitter K. Roozemond van de vakcentrale FNV was vooral verheugd dat de pensioenpremies voor werknemers niet al te hard omhoog hoeven en dat ook de uitkeringen aan de gepensioneerden op peil kunnen blijven. „Anders had dat gevolgen voor de werkloosheid nu de economie toch al tegenzit.”