Verdachte vier moorden volhardt in ontkenning
„Ik heb dit niet gedaan.” Op de derde dag van zijn strafproces formuleerde de 47-jarige L.H. het dinsdag nog maar eens luid en duidelijk voor zijn rechters: hij heeft niets te maken met de moorden op zijn toenmalige vriendin Corina Bolhaar en twee van haar kinderen, noch met de moord op de Ierse Joanne Wilson.
Bolhaar (33) en haar kinderen (6 en 9) vonden in maart 1984 de dood in hun woning in Amsterdam-Zuid, delen van het lichaam van Wilson (23) werden in 1985 nabij het IJ uit het water gevist. De rechtbank in Amsterdam rondde dinsdag de bespreking van de feiten in de lugubere moordzaken af.
De grote vraag is of die feiten voldoende zijn om H. te veroordelen. Het openbaar ministerie (OM) zal woensdag zijn visie daarop presenteren en een eis formuleren. De advocaten W. Anker en G.J. van Oosten zullen aansluitend betogen dat de feiten beslist te mager zijn voor een veroordelend vonnis.
Belangrijk bestanddeel in het advocatenbetoog zal zijn dat het volstrekt onmogelijk is om H. wegens moord te veroordelen. Een veroordeling voor doodslag is geen optie meer, want voor dat misdrijf is de verjaringstermijn inmiddels verstreken. Moord en doodslag komen beide neer op het opzettelijk doden van iemand. Bij moord gaat die opzet gepaard met een vooropgezet plan tot het doden, bij doodslag niet.
In de zaak-Bolhaar houdt het spoor bij de voordeur van de woning op. Na een aanvankelijke ontkenning in 1984, toen H. enige tijd als verdachte gold, gaf de voormalig Hell’s Angel toe dat hij op de bewuste ochtend in dronken en gedrogeerde toestand bij Bolhaar heeft aangebeld. Toen er niet werd opengedaan, is hij weer vertrokken, zegt hij. Fysiek dan wel andersoortig bewijs voor H.’s gewelddadige aanwezigheid in de woning ontbreekt. Het meest belastend is een verklaring van een ex-vriendin, die heeft verklaard dat H. heeft verteld dat hij in het verleden een vrouw en twee kinderen heeft gedood.
Tegen diezelfde ex-partner zou H. ook hebben gepocht over de moord op Wilson en de daaropvolgende ontleding van haar stoffelijke resten. Het dossier bevat gelijksoortige verklaringen van onder anderen een voormalig medegedetineerde van H.
Dinsdag bleek dat H. vanaf 1971 in totaal 23,5 jaar celstraf opgelegd heeft gekregen, overwegend voor vermogens- en geweldsdelicten. Hij wenst niet mee te werken aan enig gedragskundig onderzoek. Een aantal getuigen typeert hem als ’onberekenbaar’, vooral wanneer hij heeft gedronken en drugs heeft gebruikt. H. wenste evenmin te verklaren over zijn tijd bij de Hell’s Angels en de manier waarop daar een einde aan is gekomen.