Milutinovic was trouwe zetbaas van Milosevic
Milan Milutinovic, die maandag vrijwillig naar Den Haag kwam om terecht te staan voor het Joegoslavië-tribunaal, was de laatste medeverdachte van Slobodan Milosevic uit de Kosovo-aanklacht die nog op vrije voeten was.
Tot eind 2002 was Milutinovic president van Servië. Zolang hij die functie uitoefende, hield de regering van de Joegoslavische deelrepubliek hem de hand boven het hoofd. Maar van premier Djindjic moest de uitleveringsprocedure worden opgestart zodra Milutinovic’ ambtstermijn afliep. Enkele weken van onderhandelingen achter de schermen waren nodig voordat de reis naar Den Haag was geregeld.
In de Scheveningse VN-gevangenis zal Milutinovic een andere ex-president terugzien: Milosevic, zijn voorganger als president van Servië. Milutinovic (60) en Milosevic (61) kennen elkaar nog uit hun studietijd. Zij gingen allebei de politiek in en maakten carrière als communistische apparatsjiks. Toen Milosevic eind jaren ’80 de sterke man van Servië was geworden, zorgde ”Slobo” ervoor dat Milutinovic ambassadeur van Joegoslavië in Griekenland werd.
In die functie zou Milutinovic hebben geholpen Joegoslavische tegoeden onder te brengen bij Griekse en Cypriotische banken. Op die manier werden de internationale sancties tegen Joegoslavië ontdoken die waren opgelegd na het uitbreken van de bloedige Balkanoorlogen begin jaren ’90. Milosevic en zijn vrouw Mira Markovic waren vaak op visite bij Milutinovic in Athene. Hoofdaanklaagster Carla Del Ponte van het Joegoslavië-tribunaal is nog steeds bezig met het ontrafelen van het financiële netwerk.
Vlak voor het begin van de vredesconferentie in Dayton die een eind moest maken aan de oorlog in Bosnië (1992/95), maakte Milosevic zijn vriend Milutinovic minister van Buitenlandse Zaken van Joegoslavië. De belangrijkste onderhandelaar namens de Serviërs in Dayton was echter Milosevic; Milutinovic fungeerde slechts als ”his master’s voice”.
Milutinovic maakte zich de Milosevic-retoriek, zoals over het „vredesbeleid van Belgrado”, helemaal eigen. Toen Milosevic in 1996 in de problemen kwam doordat de oppositie in tal van plaatsen de gemeenteraadsverkiezingen won en de bevolking massaal de straat opging om te protesteren tegen de fraude met de uitslagen, nam Milutinovic het op voor Milosevic. De oppositie moest zich maar toeleggen op het ophalen van vuilnis en het onderhouden van de riolering, zo verkondigde Milutinovic.
Toen Milosevic in 1997 niet meer herkiesbaar was als president van Servië, was de trouwe vriend en zetbaas Milutinovic de ideale opvolger. Milutinovic versloeg de ultranationalist Seselj, die gevaarlijk begon te worden voor Milosevic. Die werd president van Joegoslavië, de federatie van Servië en Montenegro. Milosevic trok in die tot dan toe ceremoniële functie veel macht naar zich toe, met Milutinovic als trouwe uitvoerder.
Toen het Westen Serviërs en Kosovo-Albanezen in 1999 in het Franse Rambouillet bij elkaar bracht om een eind te maken aan hun bloedige conflict, bleef Milosevic thuis en stuurde hij Milutinovic. Die werd de spreekbuis van een nieuwe Servische complottheorie: het Westen zou de Serviërs expres onaanvaardbare voorwaarden hebben opgelegd, zodat de NAVO tot bombardementen kon overgaan.
Toen Milosevic in oktober 2000 ten val werd gebracht na een verkiezingsnederlaag annex volksopstand, bleef Milutinovic gewoon zitten als president van Servië. De onderling verdeelde nieuwe regeerders konden zo geruzie om de opvolging voorkomen. Milutinovic toonde zijn dankbaarheid door zich de resterende tijd van zijn ambtstermijn erg gedeisd te houden.