Kerk & religie

Theologie ten dienste van zending

Moslims die christen worden, zeggen niet dat ze een andere God hebben leren kennen. Ze stellen dat de God die eerst veraf was, nu dichtbij is gekomen. Dat is de ervaring van Toby Howarth in zijn omgang met ex–moslims. Hij is vandaag in Amsterdam gepromoveerd op een studie over de sjiitische gemeenschap in het Indiase Hyderabad.

Door K. van der Zwaag
23 October 2001 11:58Gewijzigd op 13 November 2020 23:14

In zijn dissertatie, die als titel draagt ”De preekstoel van tranen”, bestudeert Howarth de preken van Indiase sjiitische moslims die worden gehouden ter herdenking van de dood van imam Hoessain. Deze was een kleinzoon van de profeet Mohammed en stierf in de slag van Karbala (680). De bijeenkomsten gaan gepaard met luide uitingen van rouw om de religieuze ’helden’ van de gemeenschap.

Howarth heeft vier jaar, tussen 1996 en 2000, in Hyderabad gewoond. Daar bestudeerde hij een kleine minderheid binnen de totale islamitische minderheid in de moderne, multireligieuze stad Hyderabad. De sjiieten vormen met 150.000 mensen ongeveer 10 procent van de moslimbevolking in geheel India en slechts 3 procent van de totale moslimbevolking van Hyderabad. De liturgische bijeenkomsten (majâlis) vormen een belangrijk aspect van de religieuze identiteit van de gemeenschap.

Opmerkelijk leven
De levensloop van Howarth is alleszins opmerkelijk te noemen. Hij woonde en werkte in bijna tien landen over de gehele wereld en kent de islamitische en de moderne westerse wereld beide van binnenuit. Hij werd op 12 juli 1962 in Kenia geboren en verhuisde op driejarige leeftijd naar Londen. Zijn vader was anglicaans predikant. Howarth jr. studeerde enkele jaren in Amerika, waar hij aan de Yale University een graad in de filosofie haalde.

In het kader van een zomerprogramma doceerde hij Engels in een Afghaans vluchtelingenkamp in het Pakistaanse Peshawar. „Daar kreeg ik een grote schok in mijn leven. Ik kwam van een zeer geseculariseerde Yale University, waar het klimaat vrijzinnig was en waar weinig christenen waren, in een kamp waar je direct over God, de Heilige Schrift en het gebed kon praten. Dat was de tijd dat de CIA bezig was om de Russen het land uit te jagen en Bin Laden daarvoor steunde.”

Belangstelling
De belangstelling voor de islamitische wereld is in Pakistan geboren. Howarth ging Perzisch studeren, deed research als assistent bij de bekende anglicaanse evangelicaal John Stott en reisde met hem naar landen als India en Sri Lanka. „Ik heb altijd theologie willen studeren vanuit een zendingssituatie. Het ging mij niet alleen om kennis van de eigen godsdienst maar ook om die van de ander. Het christendom is ontstaan in een zendingscontext. Wanneer we onze godsdienst alleen op zichzelf beschouwen, is dat ongezond. Ik wilde bezig zijn met de vragen van buitenaf en in gesprek met andere mensen blijven.”

Toby Howarth studeerde theologie in Oxford (tussendoor nog even in Uganda) en haalde in Birmingham (het Selly Oak–instituut) een graad in de islamitische studies aan het Centre for the Study of Islam and Christian–Muslims Relations. Daar ontmoette hij ook Leslie Newbigin, die er doceerde. In Birmingham leerde Howarth de islam van binnenuit kennen doordat aan het instituut de helft van de docenten en de studenten christen en de andere helft moslim was.

„Ik maakte daar kennis met een Zuid–Afrikaanse imam die een van mijn beste vrienden werd. We spraken af dat ik hem zwemmen leerde (wat hij graag wilde) en hij mij Arabisch. Zo hadden we elke dag zwemles en Arabische les! In die tijd groeide mijn overtuiging dat er maar één God, één Schepper is. Alle christen–Arabieren noemen God El of Allah.”

Betekent dit dan volgens u dat Allah en de God van de christenen ten diepste dezelfde zijn?

„Veel ex–moslims zeggen dit zelf. Na hun bekering tot het christendom dienen zij dezelfde God, maar nu mogen ze Hem Vader noemen. Hij is in Christus nabijgekomen.”

Moslims houden christenen volgens Howarth de spiegel voor. „Ze nemen ons kwalijk dat we ons in het Westen zo gemakkelijk opsluiten in de privésfeer. „Jullie hebben de kerken en ook macht”, zo zeggen ze tegen ons, „waarom zijn jullie zo laf om je niet meer te uiten in de samenleving?” Newbigin heeft die teruggetrokken houding van de westerse kerk ook sterk bekritiseerd toen hij uit India terugkwam.”

Voorganger
Toby Howarth werd als voorganger bevestigd binnen de Anglicaanse Kerk en rekent zich tot de evangelicale vleugel binnen deze kerk. Het voordeel van een wereldwijde gemeenschap is volgens hem dat hij de gelegenheid kreeg om ook buiten Engeland werkzaamheden te verrichten, zoals het verzorgen van Engelse diensten in Caïro. Hij verbleef ook enige tijd aan het Tantur Ecumenical Institute in Jeruzalem.

Van 1992 tot 1995 was Toby voorganger van de St.–Augustinusparochie in Derby (Engeland). Deze wijk bestaat voor eenderde uit moslims. Dit verblijf wekte bij hem het verlangen om zich verder te specialiseren in de islam. Hij koos uiteindelijk voor de bestudering van de sjiitische moslimminderheid in een land dat voor 80 procent uit hindoes bestaat. Uit zijn onderzoek blijkt dat de sjiieten niet zo radicaal zijn als veelal gedacht wordt. „Ze zijn dat wel in Iran en hebben daar ook die naam gekregen door de sjiitische revolutie. In Hyderabad zijn de sjiieten echter zelfs apolitiek in tegenstelling tot Iran.”

Delfshaven
Toby Howarth is nu, namens de IZB, kerkelijk werker in Rotterdam–Delfshaven in de Pelgrimvaderskerk en heeft als speciale taak het bouwen van bruggen naar de moslimgemeenschap en het inhoud geven aan dienst en getuigenis vanuit het Evangelie. Het is een wijk met 95 nationaliteiten, waarvan eenderde moslim is.

Toby Howarth pleit er vooral voor dat er naar elkaar geluisterd wordt en interesse getoond wordt in de persoon die gelooft. „Dat luisteren is heel, heel kostbaar, zo heb ik in mijn leven ondervonden.” De ervaring van Toby is dat moslims veelal niet zo radicaal zijn als ze worden afgeschilderd. „Wie dat doet, doet geen recht aan de complexe factoren waaronder radicale gedachten zich hebben kunnen ontwikkelen. De gevoelens van onrecht kunnen sterk zijn. Het is mij duidelijk geworden dat de omstandigheden heel bepalend zijn voor de manier waarop we de Bijbel of de koran lezen. In Utrecht leest een moslim de koran heel anders dan een moslim in het Midden–Oosten. In Nederland hebben de moslims geen macht en komt vooral de vraag naar de eigen identiteit op. In Iran is het meer de vraag hoe ze aan de islam uitdrukking geven in wetten.”

Juist in deze tijd, waarin de spanning tussen christendom en islam oploopt, waarschuwt Howarth ervoor de gewelddadige acties niet eenzijdig op rekening van de islam of de koran te zetten. „Bin Laden heeft zijn daden verricht vanuit een bepaalde interpretatie van de koran. Dat is waar, maar is het redelijk om de Bijbel ervan te beschuldigen wanneer bijvoorbeeld protestanten in Noord–Ierland mensen vermoorden? Het is wel zo dat de islam erg gevoelig is voor wat haar als oemma (gemeenschap) overkomt. In de tijd van Mohammed waren er veel conflicten tussen de stammen, maar Mohammed heeft het bewerkt dat iedereen zich in de eerste plaats moslim moet voelen. De loyaliteit voor de gemeenschap is bij de islam groter dan bij andere godsdiensten.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer