Kritiek op conclusies bouwfraude-enquête
De parlementaire enquêtecommissie bouwnijverheid heeft de plank volledig misgeslagen door te stellen dat de bouw de samenleving voor 8,8 procent heeft benadeeld.
Dat zegt prof. A. Buur, directeur van het Economisch Instituut Bouwnijverheid (EIB), in het zaterdag verschenen tweewekelijkse orgaan van het Algemeen Verbond Bouwbedrijf.
Buur spreekt van een zeer aanvechtbare rekensom waarmee de commissie bouwfraude heeft berekend hoeveel de prijzen zijn opgedreven door onderlinge afspraken tussen aannemers. Van de circa 3300 aanbestedingen die zijn onderzocht bleek in 211 gevallen een derde aannemer, die niet aan het illegale vooroverleg meedeed, de laagste prijs te hebben. Gemiddeld was het prijsverschil hier 8,8 procent.
Volgens Buur mag echter worden aangenomen dat bij de overige aanbestedingen ook een derde aannemer heeft geprobeerd de bouwklus in de wacht te slepen. „Maar in deze bijna 3100 gevallen was een deelnemer uit het vooroverleg de laagste.” Dit maakt volgens hem de conclusie van een gemiddeld prijsverschil van 8,8 procent onhoudbaar.
„Zelfs de suggestie van een gemiddelde benadeling had naar mijn gevoel niet gedaan mogen worden. Er is sprake van een smet op het rapport”, stelt Buur.
Het EIB verwacht overigens dat dit jaar de bouwproductie met 2,5 procent daalt tot een volume van 45,8 miljard euro. Vooral de nieuwbouw van kantoren en fabrieken (utiliteitssector) gaat fors achteruit; met circa 12,5 procent.