„Dan preken we een keer niet”
Even werd het vrijdag onrustig op een bijeenkomst van Samen op Weg-predikanten in Doorn. Een jonge vrouwelijke predikant die weinig fiducie in het werk van de Bond van Nederlandse Predikanten heeft, riep op een keer niet te preken als niet aan de gerechtvaardigde eisen wordt toegegeven.
Haar hartenkreet werd snel weerlegd door een mannelijke collega: „Je weet best dat predikanten niet staken.” De vraag was hoe predikanten een vuist kunnen maken om hun eisen kracht bij te zetten. Een van hun problemen is dat ze vaak veel te veel uren moeten werken. Zestig uur per week is geen uitzondering.
Maak duidelijk wat je doet, was het advies van de hervormde predikant dr. B. A. M. Luttikhuis uit Haarlem. „Maar word geen CAO-werker.” Het belangrijkste is volgens hem dat een predikant plezier in het werk houdt. „Je hebt veel vrijheid en ruimte voor eigen creativiteit. Bij elk medicijn voor je problemen dat ten koste van je vrijheid gaat, zeg ik: Slik dat medicijn niet.”
Dr. Luttikhuis publiceerde onlangs het boek ”Bouwvakkers en boeren; een bijdrage in het gesprek over de opbouw van de gemeente”. De vraag: óf een CAO voor predikanten, óf de beroepsvrijheid, noemde hij een verkeerde tegenstelling. „Als de predikant nog plezier in zijn werk heeft, heeft de gemeente plezier van de predikant.”
Uit een enquête onder de 75 aanwezigen bleek dat de overgrote meerderheid er niets voor voelt werknemer van de kerkenraad te worden. Dan gaat de vrijheid van het ambt verloren, zei ds. H. J. Oortgiessen, landelijk werkbegeleider bij het landelijk dienstencentrum van de Samen op Weg-kerken.
Wel voelt de meerderheid ervoor uren te gaan schrijven. De theologe M. Slot, nu werkzaam als manager in het bedrijfsleven, waarschuwde dat uren schrijven niet helpt als er een conflict ontstaat. Zij gaf ook het advies het predikantenwerk niet te laten samenvallen met de eigen identiteit.
Geen meerderheid was er voor de stelling dat er een nieuwe vakbond voor predikanten moet komen, een roep die hier en daar klinkt. „We zijn bezig met de vernieuwing”, zei voorzitter ds. R. M. Witteveen. „Het consensusmodel hebben we ingeruild voor hardere onderhandelingen.”