Koninklijk Huis

Fotoalbum IV

Het Nationaal Museum Paleis Het Loo floreert. Dit Apeldoornse museum trok in het afgelopen jaar bijna 445.000 belangstellenden. Een dergelijk bezoekersaantal is sinds medio jaren tachtig, toen het museum na een grootscheepse renovatie werd heropend, niet meer voorgekomen. Het museum zelf verklaart de weer toegenomen belangstelling uit de tentoonstelling ”Ja, ik wil”, waarvoor prinses Máxima haar trouwjurk ter beschikking stelde.

Marie van Beijnum
17 January 2003 13:32Gewijzigd op 14 November 2020 00:04
In haar privé-album bewaart prinses Margriet deze foto uit een serie die zij met haar gezin in Burgers’ Dierenpark te Arnhem voor publicatie liet maken; v.l.n.r. mr. Pieter van Vollenhoven, de prinsen Bernhard en Floris, prinses Margriet, en de prinsen P
In haar privé-album bewaart prinses Margriet deze foto uit een serie die zij met haar gezin in Burgers’ Dierenpark te Arnhem voor publicatie liet maken; v.l.n.r. mr. Pieter van Vollenhoven, de prinsen Bernhard en Floris, prinses Margriet, en de prinsen P

Zaterdag zet Museum Paleis Het Loo de deuren van de Koninklijke Stallen open voor het vierde deel van de expositie ”Een koninklijk fotoalbum. Een fotoreportage over het koningshuis in de Nederlandse samenleving in de twintigste eeuw”. Deze tentoonstelling, die tot 4 januari 2004 loopt, belicht alle facetten van de rol van het vorstenhuis, zoals de invulling van het koningschap, de betrokkenheid bij de samenleving en de aanwezigheid bij belangrijke gebeurtenissen op staatkundig, militair, sociaal, cultureel en sportief gebied, evenals natuurlijk persoonlijke interesses en privé-leven.

Tijdens de eerste drie delen van de expositie zijn de jaren eindigend op een 0, op een 1 en op een 2 de revue gepasseerd. Nu zijn 1903 tot en met 1993 aan de beurt. Mevrouw drs. Renny van Heuven-van Nes, conservator tekeningen en prenten van Museum Paleis Het Loo, stelde voor de vierde keer de expositie samen. Een klus waarmee ze gemiddeld een jaar bezig is. „Uiteindelijk zal in 2009 de hele twintigste eeuw aan bod zijn gekomen”, zegt ze vol vertrouwen.

De tentoonstelling bevat in totaal 250 foto’s op dertig panelen. Op elk paneel prijken gedigitaliseerde foto’s, die Van Heuven uit allerlei collecties haalde. „Uit het Koninklijk-Huisarchief en het archief van Het Loo, uit het archief van de Rijksvoorlichtingsdienst, van het ANP, Benelux Press, Spaarnestad, NIOD en Capital Press, en uiteraard uit de particuliere albums van de leden van het Koninklijk Huis”, somt ze op. Vooral prinses Margriet is bereidwillig als het gaat om het verstrekken van beelden die nog nooit aan het grote publiek zijn vertoond. Andere unieke foto’s wist de conservator te achterhalen omdat er altijd wel particulieren zijn die spontaan bijzondere foto’s willen uitlenen. Bijvoorbeeld die uit 1963 waarop prins Bernhard met in zijn kielzog zijn dochter Beatrix een condoleancebezoek brengt aan Jacqueline Kennedy, die net haar man heeft verloren.

„Mensen vinden foto’s leuk. Het is geweldig om te zien hoe bezoekers ermee bezig zijn. Ze herkennen dingen, halen herinneringen op en reageren op de foto’s”, aldus Van Heuven. Bij het samenstellen zoekt ze naar een manier om de essentie van één jaar weer te geven. Het is dan belangrijk om te kijken naar de nationale en internationale gebeurtenissen, en naar de wisselwerking daartussen. „Je kunt in 1953 uiteraard de watersnoodramp in Zeeland niet vergeten.”

Een uitvoerig overzicht van alle koninklijke activiteiten is niet voorhanden. De jaarboeken van de laatste jaren en de site van het Koninklijk Huis bieden wel enig houvast over het wel en wee van de Oranjes. Dat de koninklijke bezigheden met het voortschrijden der eeuw aanzienlijk toenamen, valt op de expositie goed waar te nemen. „In 1903 ging koningin Wilhelmina hooguit een paar keer per jaar op pad. Nu is koningin Beatrix elke dag druk.” Van Heuven wil met een publicatie in kaart brengen wat nu de activiteiten van de Oranjes zijn geweest gedurende de 20e eeuw. Een grote klus. „Ze doen steeds meer, elke dag heeft een intensief programma.”

In principe werkt Van Heuven volgens de formule dat elk jaar een paar grote en minder grote momenten kent. Foto’s die om de tien jaar terugkeren zijn bijvoorbeeld die van de opening van de Staten-Generaal, van de inkomende en uitgaande staatsbezoeken, van de uitreiking van bepaalde prijzen, van historische, culturele, sportieve en sociale momenten. „En dan ben je er ook nog mee bezig alle personen van de familie naar voren te laten komen. In 1903 is dat vrij gemakkelijk, want de familie is dan nog klein. Maar voor 1993 heb ik zes panelen nodig omdat de familie behoorlijk is uitgedijd.”

In haar selecties uit duizenden foto’s probeert Van Heuven bepaalde lijnen en verbanden bloot te leggen. Zo wist ze de hand te leggen op foto’s van prinses Juliana met haar achternicht prinses Alice: in Engeland op een teaparty bij Wimbledon, later tijdens de oorlogsjaren in Canada en in 1983 bij het huwelijk van prinses Ann in Engeland. „Alice loopt als een rode draad door het leven van Juliana.”

De tentoonstelling doet ook wat met Van Heuven zelf. „Je wordt je bewust van bepaalde ontwikkelingen. Trekhonden voor de karren en rijtuigen maken plaats voor auto’s en vliegtuigen.” Ze wijst op de trends in de mode en op de zwierige hoeden van koningin Wilhelmina. „Wist je dat zij de hoedenkoningin werd genoemd?” Het ambtskostuum raakte de achterliggende eeuw volkomen in onbruik. Maar bij bepaalde hoogtepunten, zoals de opening van de Staten-Generaal, bruiloften en staatsbezoeken, komen de oude rituelen en gebruiken gelukkig weer voor de dag, aldus Van Heuven. Daarbij wijst ze op de gouden koets, waarin Hare Majesteit zich toch weer jaarlijks naar de Ridderzaal laat rijden voor het uitspreken van de Troonrede.

Wie de tentoonstelling bekijkt, valt het ook op dat de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog jaren heeft gekost. Ook het betrekkelijke van macht en menselijkheid komt naar voren. „Toen Ceausescu in 1973 een staatsbezoek aan Nederland bracht, kon niemand vermoeden dat hij in 1989 zou worden geëxecuteerd. Boudewijn bracht in mei 1993 een bezoek aan Nederland. Twee maanden later waren de Oranjes aanwezig op zijn begrafenis.

Wat me opvalt, is dat de koninklijke familie er altijd is. Dat is een constante factor in de geschiedenis van Nederland. We ervaren het bijna als een vanzelfsprekendheid. Maar als er iemand als prins Claus is overleden, merken we pas welke plaats die heeft ingenomen. Het voordeel van het erfelijk koningschap is dat men is opgeleid voor die taak. Ze groeien erin. Wilhelmina zag op tegen het koningschap, maar ze groeide ernaartoe en ze slaagde. Dat proces is al 600 jaar aan de gang. En de Oranjes worden toch altijd weer teruggeroepen. Dat hebben we gezien na de stadhouderloze tijdperken en de Franse periode.”

Mevrouw Van Heuven vraagt lezers van deze krant of ze soms foto’s van de Oranjes hebben uit de jaren die in de volgende tentoonstellingen aan de orde zullen komen, eindigend op 4 tot en met 9. Het gaat dan niet om bekende prenten maar om inhoudelijk unieke, persoonlijk gemaakte foto’s. Die kunnen worden geadresseerd aan Paleis Het Loo Nationaal Museum, Koninklijk Park 1, 7315 JA Apeldoorn ten name van drs. E. van Heuven-van Nes. ”Een koninklijk fotoalbum deel 4” is, behalve op maandag, dagelijks te zien van 10.00-17.00 uur op Nationaal Museum Paleis Het Loo.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer