De dodelijke reis
Een onthutsend verslag. Zo laat de inhoud van het boek ”De Koersk, de dodelijke reis van een kernonderzeeër” zich het best omschrijven. Het is een nauwgezette reconstructie van wat zich afspeelde vanaf het vertrek van deze duikboot uit de haven van Moermansk in augustus 2000 tot de terugkomst -als wrak- in oktober 2001.
Een niet-bedoelde chemische reactie in een oefentorpedo is het begin van het einde voor de trots van de Russische Noordelijke Marinevloot. Met een geweldige klap zoekt de kracht van de ontstoken lading explosieven, bedoeld voor de aandrijving van het onderwaterwapen, zich een weg naar buiten. Maar die weg is er niet, het torpedoluik zit potdicht. „Naar buiten” wordt dus: naar binnen, en een vernietigende kracht komt vrij. De waterdichte schotten die de compartimenten in de onderzeeër van elkaar scheiden, remmen de kracht van de explosie langzaam maar zeker af. Eén schot voor de ruimte met de nucleaire installatie houdt de schokgolf stand. Eén schot -8 centimeter staal- scheidt de wereld van een nucleaire ramp.
Het grootste deel van de bemanning komt direct om, onwetend van wat er gebeurde. Het handjevol overlevenden in het achterste gedeelte van de duikboot weet dat evenmin. Alle communicatiemiddelen zijn uitgevallen, de ernst van de situatie kan niet worden ingeschat. Het wachten is op redding van buitenaf. In de kou, in het donker, in een ruimte waarin door het ademen het koolmonoxidegehalte langzaam toe- en het zuurstofgehalte langzaam afneemt.
De Russische marine ontkent een dag lang dat er problemen zijn. Dit kan niet waar zijn. Het is wel waar, Maar dat moet koste wat het kost verzwegen worden. De seismologische apparatuur -aan boord van Amerikaanse onderzeeërs in de buurt en in het uiterste puntje van Noorwegen- liegt echter niet. Het Westen biedt al voorzichtig hulp aan terwijl de Russen officieel nog van niets weten.
Een enorm spel van macht en intrige -tegen de achtergrond van politieke en militaire belangen- ontrolt zich langzaam voor het oog van de lezer. Bijvoorbeeld over een admiraal die, tegen alle bevelen in, meer belang stelt in het redden van de opvarenden dan in staatsgeheimen, en over een president die op vakantie blijft aan de Zwarte Zee terwijl zich in de Russische territoriale wateren een ramp voltrekt.
Overigens is die vakantie de indirecte aanleiding voor het bergen van de Koersk. Als kameraad Poetin later verantwoording aflegt voor zijn ongeïnteresseerde gedrag, belooft hij de nabestaanden van de bemanning dat de Koersk hoe dan ook geborgen zal worden. Een van Ruslands grootste geheimen moet voor het oog van de wereld boven water komen. De voormalige grootmacht kan dit niet op eigen kracht, en dat doet extra zeer.
Draairichting
Dat de situatie pijnlijk is, laten onder anderen hooggeplaatste marinemensen (on)bewust zien als ze tegen Noorse duikers liegen over de draairichting van het noodluik. Of als ze een eerste overleg met de bergers willen beginnen met een urenlange toast. De berging mág niet lukken, mensenlevens tellen niet.
Dat de Koersk desondanks niet meer op de zeebodem ligt, is te danken aan het doorzettingsvermogen van de bergers, aan de belofte van Poetin en niet in de laatste plaats aan de admiraals die hun nek durfden uitsteken voor hun manschappen.
”De Koersk” leest als een trein, schokt, wekt medelijden op en vervult met respect voor de 118 opvarenden die slachtoffer werden van een systeem en voor al diegenen die het onmogelijke toch deden.
N.a.v. ”De Koersk, de dodelijke reis van een kernonderzeeër”, door Robert Moore; uitg. Balans, Amsterdam, 2002; ISBN 9050184790; 304 blz.; € 17,90.