Vervolgschool (III)
Met interesse heb ik het artikel van Evert van Dijkhuizen over het reformatorisch vervolgonderwijs (RD 30-5, Accent) gelezen.
In de laatste alinea wordt gesproken over de meerwaarde van de reformatorische school en dat de kwaliteit gelijk moet zijn aan die bij de buurman, of het liefst beter.Meerwaarde is prima. Waarom beter?
Zestien jaar geleden ben ik tijdens een open dag op het Saldenus geweest. Met trots vertelde men toentertijd dat het slagingspercentage van de leerlingen van de school 10 procent hoger lag dan het landelijk gemiddelde. Prachtig!
Echter, met m’n leao-vooropleiding werd me daar geadviseerd eerst kmbo te doen alvorens aan de meao te beginnen. Via deze constructie deed je een jaar langer over de opleiding, terwijl ik, volgens de landelijke norm, direct aan de meao in Vlaardingen kon beginnen.
De vooropleiding heb ik gevolgd op een algemeen christelijke school.
Het leek me fantastisch om met gelijkgezinden op school te zitten en ik had de anderhalf uur reistijd (enkele reis) ervoor over.
Uiteindelijk heb ik zonder grote moeite en met goed gevolg de opleiding afgerond op de Vlaardingse (niet-reformatorische) meao.
Het Saldenus selecteerde dus bij de poort strenger, om aan het eind een beter resultaat als school te hebben.
Onze scholen staan landelijk als kwalitatief goed bekend. Het streven naar beter dan de rest mag echter niet ten koste gaan van de leerling wanneer die lager dan z’n eigenlijke niveau wordt ingeschaald en dus net niet aan de begeerde vervolgopleiding zou kunnen beginnen.
Een opleiding volgen op een niet-reformatorische school zorgt ervoor dat je je bewuster wordt van je christen-zijn in de maatschappij. Je leert vroeg na te denken en te verwoorden (in begrijpelijk Nederlands) waarom we als christen sommige dingen doen of nalaten.
Een vraagbaak en klankbord thuis en/of op catechisatie is overigens zeker nodig.
David van den Hoven
De Were 50
3332 KE Zwijndrecht
De vanzelfsprekendheid voorbij.
De heren Rottier en Boele, respectievelijk voorzitter van het college van bestuur van Driestar educatief in Gouda en van de Christelijke Hogeschool Ede, spreken van een „bedenkelijke” trend als een 17- en een 16-jarige leerling hun opleiding om praktische redenen op een seculiere hogeschool vervolgen in plaats van op een christelijke of reformatorische school (RD 30-5).
Dat de meerwaarde van een christelijke opleiding voor velen niet meer zo zwaar weegt, baart beide bestuursvoorzitters zorgen.
Het is onwaarschijnlijk dat een 16- of een 17-jarige leerling zelf een school kiest zonder de ouders te raadplegen. Rottier en Boele leggen ‘de vanzelfsprekendheid voorbij’ van het reformatorisch onderwijs buiten de school. Beter was als zij de oorzaak binnen de school zouden zoeken. De Drie Formulieren van Enigheid staan op eigen scholen ter discussie. Dat kan een oorzaak zijn waarom het ouders niet veel uitmaakt welke school hun kind bezoekt. De meerwaarde van reformatorisch voortgezet onderwijs is nihil als de Bijbelse waarheid ter discussie staat. In het verleden waren er christelijke ouders die daarom hun kinderen niet naar een christelijk-nationale school maar naar een openbare school stuurden. Liever geen christelijk onderwijs dan misleidend christelijk onderwijs, was hun stelregel. Het waren ouders die ernst maakten met hun doopbelofte.
Mijns inziens is een kind voor het 15e jaar gevormd en weerbaar. Israël zij ons daarin ten voorbeeld, waar kinderen op hun 13e jaar godsdienstig als volwassenen worden beschouwd.
Op 15-jarige leeftijd ging ik werken in een timmerfabriek; het was geen reformatorisch bedrijf. Als gevolg van het onderwijs in gezin, kerk en school, dat op elkaar aansloot, mocht ik principieel weerbaar zijn.
Dat was ook Jozef in Egypte, evenals het dienstmeisje in het gezin van Naäman. Onder ons moet het volgen van catechetisch onderwijs dan veelal nog beginnen.
Scholen en ook verzorgingstehuizen moeten zich voortdurend bezinnen op de meerwaarde die zij hebben voor mensen die begeren te leven in overeenstemming met Gods Woord en de Drie Formulieren van Enigheid.
Het bewaren van het toebetrouwde pand, de les van 1 Timotheüs 6:20, is uiterst actueel.
G. van de Breevaart
P. C. Hooftsingel 8
3341 TC Hendrik-Ido-Ambacht