Een woordvoerder van de FNV heeft dat woensdag bevestigd. Hij stelt echter wel dat de cijfers een vertekend beeld opleveren. Volgens hem telt de vakbeweging al sinds jaar en dag de leden in de periode van 1 januari tot 1 december. „Sinds de jaren zeventig zie je dan een licht opgaande lijn.”

In haar e-magazine meldt de FNV over de eerste elf maanden een winst van 542 leden, ofwel een stijging van 0,04 procent. Deze toename dankt de vakbeweging aan een groeiende achterban bij de zogeheten overheidsbonden Abvakabo FNV, de Politiebond, de militaire AFMP en marechausseebeweging Marver. De grootste winnaar was de Abvakabo. Deze bond in de publieke sector zag zijn achterban met circa duizend mensen (0,3 procent) groeien tot 362.461 leden.

Vrijwel alle FNV-vakbonden die actief zijn in de marktsector hebben in de eerste elf maanden van 2002 een licht ledenverlies geleden. Zo verloor de grootste FNV-bond Bondgenoten in deze periode ruim 2000 leden (0,2 procent) en kwam uit op 480.271. In dit aantal zijn wel de ruim 4000 leden van de ondervereniging voor zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) meegenomen. Zonder de ZZP’ers komt het verlies van Bondgenoten uit op bijna 6200 leden (1,3 procent).

Met een afname van 1051 leden tot 48.662 was de bond voor kunstenaars, grafici en media FNV Kiem ook een grote verliezer. Procentueel daalde het ledenaantal van de FNV Vrouwenbond het snelst, namelijk met 2,9 procent naar 6238.

De vakcentrale CNV groeide in de eerste elf maanden 0,7 procent tot 360.780 leden. De grootste groeiers bij het CNV zijn de Hout- en Bouwbond CNV en de politievakorganisatie ACP. De enige bond met ledenverlies is CNV Publieke Zaak, waar duizend mensen zijn vertrokken.

De kleinere vakcentrale Unie MHP noteerde tussen 1 december 2001 en dezelfde datum vorig jaar een verlies van 6000 leden tot een aantal van 200.000. De grootste bond van deze centrale, de Unie, zag in 2002 een daling van 4,2 procent tot 96.000 leden.