Bussemaker pareert moraalkritiek CU
Staatssecretaris Bussemaker van Volksgezondheid vindt dat er geen sprake hoeft te zijn van morele paniek over het seksuele gedrag van jongeren. Daarmee kiest ze een andere invalshoek dan minis-ter Rouvoet voor Jeugd en Gezin.
Bussemaker zei dinsdag in een lezing over seksuele gezondheid aan de Universiteit Utrecht dat ze zich bijvoorbeeld niet echt druk maakt over zogeheten breezerseks, waarbij meisjes in ruil voor kleine gunsten seksuele handelingen verrichten.„Breezerseks mag dan nieuw zijn omdat breezers nieuw zijn, maar seks in ruil voor andere zaken gebeurde vroeger ook. Onderzoek uit 2007 naar instrumentele seks onder tieners geeft geen antwoord op de vraag in hoeverre seks in ruil voor geld of een andere beloning en het bezoeken van seksfeesten in de afgelopen tien jaar is toegenomen”, aldus de bewindsvrouw.
Anderzijds wil ze niet weglopenvoor het benoemen en aanpakken van nieuwe problemen. Als voorbeeld noemde ze loverboys. „Ik concludeer voorlopig dat we terughoudend moeten zijn in meegaan met morele paniek”, aldus de PvdA-bewindsvrouw.
Ze slaat daarmee een andere toon aan dan minister Rouvoet voor Jeugd en Gezin. De vicepremier en ChristenUnieleider sloeg vorig jaar november alarm over de „losgeslagen seksmoraal van de jeugd” na uitzending van de KRO-documentaire Sex sells. „Als een meisje van twaalf in een garage seks heeft met meerdere jongens, als het zo wijdverspreid is dat jongeren seks zien als een ruilmiddel, dan raakt onze jeugd het zicht kwijt op wat normaal is”, aldus de bewindsman.
In haar lezing plaatste Bussemaker wel kritische kanttekeningen bij het verkeerde beeld dat veel jongens hebben van seksualiteit, namelijk dat jongens die met zo veel mogelijk meisjes naar bed zijn geweest, stoer zijn en dat meisjes die met veel jongens gemeenschap hebben, worden gezien als sletjes. De bewindsvouw wil jongens helpen deze druk uit hun omgeving te kunnen weerstaan.