Binnenland

„Kleuter speelt met letters en getallen”

Jonge kinderen leren spelend. Zeker als ze lekker in hun vel zitten. Maar wat als er problemen zijn? „Dan is het spelend leren geen vanzelfsprekendheid meer”, zegt dr. Diny van der Aalsvoort. „Dan moeten we kinderen een handje helpen.”

Evert van Dijkhuizen
27 May 2009 10:54Gewijzigd op 14 November 2020 08:00
UTRECHT - Dr. Diny van der Aalsvoort: „Er gaapt soms echt een kloof tussen wat studenten op de pabo leren en wat ze tegen­komen tijdens hun stage op de basisschool.” Foto RD
UTRECHT - Dr. Diny van der Aalsvoort: „Er gaapt soms echt een kloof tussen wat studenten op de pabo leren en wat ze tegen­komen tijdens hun stage op de basisschool.” Foto RD

Van der Aalsvoort is orthopedagoge bij het kenniscentrum educatie van Hogeschool Utrecht. Ze mag zich ook lector noemen, met als specialisatie spelontwikkeling, onder meer bij jonge kinderen. „Ik doe daar onderzoek naar met het doel het onderwijs op de hogeschool te verbeteren. Er gaapt soms echt een kloof tussen wat studenten op de pabo leren en wat ze tegen­komen tijdens hun stage op de basisschool.”De slepende discussie over het kleuteronderwijs is er een voorbeeld van, zegt de Utrechtse lector. „Startende leerkrachten weten te weinig van de spelontwikkeling van jonge kinderen, terwijl ze die kennis in de praktijk nodig hebben. Zo’n constatering kan jarenlang een feit blijven als opleidingsinstituten, in dit geval de pabo’s, hun studieprogramma onvoldoende innoveren.”

Van der Aalsvoort hoort niet bij degenen die het huidige kleuteronderwijs onder vuur nemen. „Gelukkig leren kinderen op school nog steeds heel veel dingen spelenderwijs. Dat moet zo blijven. Maar het wordt een ander verhaal als er iets met het kind aan de hand is: als het thuis te weinig liefde krijgt, het lichamelijke klachten heeft of gepest wordt. Dan gaat de vanzelfsprekendheid van het spelend leren eraf en zal de leerkracht in actie moeten komen.”

De kritiek op het kleuteronderwijs, zoals die vandaag op het symposium in Ede was te horen, vraagt om nuancering, meent de orthopedagoge. „De negatieve berichten komen vooral bij leerkrachten vandaan die de oude opleiding voor kleuterleidster hebben gevolgd. Ze werden bij de fusie van kleuter- en lagere school in 1985 niet gehoord, en ze worden nog steeds niet gehoord. Dat is jammer. Tegelijk moeten we niet vergeten dat we nu andere dingen over het kleuteronderwijs weten dan 25 jaar geleden.”

Wat bijvoorbeeld?

„Ik noem de ontluikende geletterdheid. Leren lezen was vroeger echt iets voor de eerste klas van de lagere school. Op de kleuterschool deed men daar niets mee. We weten nu dat veel kinderen in groep 1 en zeker in groep 2 spelen met letters. Waarom zou je daar in het onderwijs niet bij mogen aanhaken? Hetzelfde geldt voor getallen.”

Wat ook anders is dan vroeger, stelt Van der Aalsvoort, is het feit dat veel kinderen tegenwoordig de voorschoolse opvang bezoeken voordat ze naar de basisschool gaan. „Daar leren ze van alles wat van invloed is op hun start­positie in groep 1. Je kunt niet doen alsof de kinderen blanco binnenkomen, zoals lange tijd het geval was.”

Hoe vindt u het dat kleuters al toetsen moeten maken?

„Op zich hoeft dat niet verkeerd te zijn. Je doet dat omdat je wilt onderzoeken of het kind voor zijn leeftijd voldoende weet en kan. Tegelijk vraagt het van leerkrachten de nodige relativering. Ze moeten zich niet laten opjagen door Cito-toetsen of de onderwijsinspecteur die wil weten hoe de school scoort ten opzichte van andere scholen. Maar ik geef toe dat niet elk team, niet elke directeur het lef heeft om de kritiek van een opdringerige inspecteur op dit punt te pareren.”

Moet de oude opleiding voor kleuterleidster terugkomen?

„Nee. Ik verwacht meer van het opwaarderen van de status van leerkracht onderbouw. We moeten af van de gedachte dat iedereen les kan geven aan kleuters.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer