CGK besteden extra aandacht aan de stad
De synode van de Christelijke Gereformeerde Kerken heeft woensdagmorgen besloten dat het werk in de grootstedelijke gebieden breed opgepakt moet worden. In de steden worden de kerken kleiner. Er mag nu een werker worden benoemd voor ongeveer een halve weektaak.
De synode sprak lang over de voorstellen, mede omdat twee stromen zich openbaarden: de missionaire insteek, en de overtuiging dat als een gemeente gezond is die vanzelf wervend zal zijn. Het deputatenrapport was het resultaat van een noodkreet die jaren geleden klonk vanuit een aantal kwijnende gemeenten in grootstedelijke gebieden. De vraag toen was die van de concrete, gerichte hulp om zodoende weer voluit gemeente te kunnen zijn.
Maar het rapport van de deputaten was een heel andere kant opgegaan, kritiseerden heel wat synodeleden. De kern ervan was niet dat gemeenten geholpen moesten worden weer voluit gemeente te zijn, de bedoeling van de opdracht, maar dat er een model op tafel kwam dat veelmeer een soort ontwerp was van een zendingsgemeente. Ds. J. Westerink: „Het rapport adviseert nu tegengesteld aan wat de bedoeling was. Nu wil men werken aan de wereld buiten de gemeente in plaats van dat een gezonde gemeente beoogd wordt die zodoende wervend zal zijn.”
Zowel de deputaten als de synodecommissie die het rapport bestudeerde, van kanttekeningen voorzag en voorstellen formuleerde, verdedigden het voorgestelde beleid. Van die commissie was ds. M. van der Sluys uit Nieuwpoort de woordvoerder. Hij zei gisteren dat met de missionaire spits het hele rapport staat of valt. Daarmee stond hij lijnrecht tegenover de assessor, de Utrechtse stadspredikant ds. J. Westerink, die een voorstel indiende om het woord missionair uit de besluittekst te schrappen. Diens voorstel werd later met een overgrote meerderheid aanvaard. Maar voor het zover was, had preses ds. J. Plantinga vanwege de veelheid aan voorstellen en tegengestelde visies een niet-gebruikelijke derde sprekersronde toegestaan.
Ingreep
Het oorspronkelijke commissierapport kreeg in een eerdere zittingsweek veel en breedgedragen kritiek. Wat is het nut van het dikke onderzoek voor de betrokken kerken zelf, vroeg men deputaten. Gisteren besloot de synode dan ook het voorstel om elke kerk een exemplaar te sturen, af te wijzen. Mochten kerkenraden geïnteresseerd zijn, dan kunnen zij het tegen kostprijs aanschaffen.
Op de achtergrond van de problematiek speelt dat reeds twee gemeenten in grote steden zijn opgeheven, te weten Den Haag-Centrum en Wormerveer. De Haagse ouderling D. Koole stelde opnieuw dat opheffing van ’Centrum’ niet nodig was geweest. Hij maakte melding van pogingen in de Haagse stadsregio om samen met Nederlands gereformeerden een regiogemeente te ontwerpen. Deputaat ds. Bosch zag overigens nog meer dreigende opheffingen van stadsgemeenten.
Vervolgens ontspon zich een discussie over de vraag of er een werker in deeltijd of iemand met een volledige weektaak moet worden aangesteld. De deputaten wilden iemand met ervaring, maar in deeltijd. De spits van het werk moet dan bij de toerusting liggen, zodat het praktische effect een wervende gemeente zou zijn.
Ds. J. van Amstel uit Ede was er bang voor dat zo’n werker vooral een bureaufunctie zou krijgen: „Wij moeten niet vanaf een kantoorstoel constateren wat de nood is maar er ook daadwerkelijk wat aan doen.” De Zwolse predikant ds. Hilbers schaarde zich achter dit standpunt. Ook werd de suggestie aangedragen de benoeming te doen in combinatie met een deeltaak om de zendingssecretaris te ondersteunen bij zijn steeds zwaarder wordende taak. Uiteindelijk besloot de synode toch een werker voor een halve weektaak te benoemen. Ouderling Koole zag een voltijdspredikant voor dit werk ook niet zitten, mede vanwege „de ambtsvoorziening op lange termijn.”
Gerichte taken
De synode besloot uiteindelijk het deputaatschap voor de problematiek in de grote steden op te heffen. Het deputaatschap evangelisatie wordt nu met drie leden uitgebreid. Dat wordt dan met veertien leden een van de grootste deputaatschappen. Dit gezelschap moet de grootstedelijke kwestie verder op gaan pakken.
Deze deputaten kregen gisteren van de synode een gerichte serie opdrachten mee. Zij moeten zo spoedig mogelijk kleiner wordende kerken adviseren en bijstaan, „opdat zij onder de zegen des Heeren als lichaam van Christus kunnen blijven functioneren.” Dat is de lijn van de versterking van de eigen gemeente. De synode vindt wel dat deputaten specifieke deskundigheid moeten gaan ontwikkelen en indien nodig andere deputaatschappen raadplegen.
Tegelijk besloot de synode dat één of meer nieuwe missionaire en diaconale projecten ontwikkeld moeten worden in samenwerking met plaatselijke kerken. Het stichten van gemeenten moet gestimuleerd worden én begeleid. Verder was er een concrete opdracht om kerken op het terrein van de stadszending toe te rusten.
Volgens de synode moeten vooral jonge mensen gemotiveerd worden specifieke doelgroepen met het Evangelie te bereiken. Deputaten moeten ook gaan bekijken of zustergemeenten assistentie kunnen verlenen aan kerken in grootstedelijke gebieden. Dat zou kunnen inhouden dat men als partnergemeente gaat functioneren, waarbij het mogelijk is tijdelijk een eigen predikant af te staan.