De mannen hadden zich rond het middaguur bij het ministerie van gezondheidszorg verzameld, maar werden door een kordon politieagenten met schild en wapenstok verhinderd door te lopen naar het bureau van president Hamid Karzai. Zij gingen uiteen nadat protestleider Haji Rahim Shah had gezegd dat hij een ontmoeting met Karzai zou hebben en daarvan verslag zou uitbrengen.

Veel betogers zeiden dat zij het afgelopen half jaar nooit de door de regering toegezegde maandelijkse uitkering van ongeveer 2 euro hadden ontvangen. Ook noemden zij het bedrag veel te gering en eisten een hogere uitkering, naast voedselbonnen, huursubsidie en werk. Daarnaast werd geklaagd over fraude met hulpfondsen en hulpgoederen door regeringsfunctionarissen. Hulpgoederen zouden worden doorverkocht aan handelaars, die ze vervolgens in winkels te koop zouden aanbieden.

Onder de betogers waren zowel oud-soldaten van het door de voormalige Sovjet-Unie gesteunde Afghaanse regeringsleger als hun tegenstanders uit de tijd van de sovjetbezetting, de Mujahedeen-rebellen die zich tegen de bezetting verzetten.

Afghanistan telt ongeveer 80.000 oorlogsinvaliden. Velen van hen zijn voor hun levensonderhoud grotendeels afhankelijk van liefdadigheid.