Politiek

Minister Plasterk haalt uit het leven wat erin zit

Minister Plasterk van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is veel in het nieuws. Niet vanwege zijn visie op het onderwijs, maar om zijn passie voor homo-emancipatie en cultuur. Portret van een levensgenieter.

22 May 2009 18:47Gewijzigd op 14 November 2020 07:58
De gedrevenheid van minister Plasterk op het terrein van homo-emancipatie heeft alles te maken met de manier waarop de bewindsman in het leven staat. Foto ANP
De gedrevenheid van minister Plasterk op het terrein van homo-emancipatie heeft alles te maken met de manier waarop de bewindsman in het leven staat. Foto ANP

In de werkkamer van Ronald Plasterk hangen foto’s van mensen die hem bezochten. Van iedereen die voor het eerst op zijn kamer komt, maakt de minister persoonlijk een foto en geeft die een plek in zijn kantoor. „Met het maken van foto’s heeft Plasterk een uitstekende manier gevonden om een gesprek ontspannen en informeel te beginnen”, zegt fractievoorzitter Slob van de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Eigenlijk heeft de bewindsman dit trucje helemaal niet nodig. Doekle Terpstra, voorzitter van de HBO-raad, de belangenorganisatie van het hoger beroepsonderwijs, benadrukt met Henk Krol, hoofdredacteur van de Gaykrant, dat Plasterk heel toegankelijk is, gemakkelijk een praatje maakt en mensen snel op hun gemak stelt.Als het gaat over het beleid dat Plasterk voert, zijn de complimenten minder genereus. Alleerst is er kritiek op de tijdsverdeling van de minister. „Onderwijs zou zijn eerste verantwoordelijkheid moeten zijn”, zegt Terpstra. De bewindsman heeft hoger onderwijs in zijn pakket, evenals wetenschappelijk onderzoek, mediabeleid, emancipatie en cultuur. Verder maakt hij deel uit van de sociaaleconomische zeshoek. „Dat is een geweldige variëteit. Daardoor is hij maar beperkt beschikbaar voor het hoger onderwijs, en dat is jammer. Er gebeurt veel in onze sector en het zou goed zijn als de minister zich meer met de sector zou identificeren”, stelt Terpstra.

De voorzitter van de HBO-raad spreekt nog net niet de wens uit dat de minister wat hem betreft net zo gedreven moet zijn op het terrein van onderwijs als hij is op het terrein van homo-emancipatie, maar daar komt het wel op neer: „Homo-emancipatie is ook nodig, maar zijn ambitieloze benadering van het onderwijs steekt daar nogal mager tegen af.”

Plasterk laat niet alleen het hoger onderwijs aan zijn lot over, ook aan de wetenschap laat hij zich weinig gelegen liggen. „Dat is eigenaardig”, zegt natuurkundige prof. dr. Cees Dekker uit Delft. „Plasterk was voor zijn benoeming een gerenommeerd wetenschapper, maar het lijkt wel alsof hij nu geen belangstelling meer heeft voor zijn vroegere vakgebied. Ik hoor veel collega’s om me heen die teleurgesteld zijn. Hij lijkt meer minister van Cultuur en Emancipatiezaken dan minister van Onderwijs en Wetenschap. Wij hadden meer verwacht. De vorige minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Van der Hoeven, deed meer voor de wetenschap dan Plasterk.”

Slob: „Het lijkt alsof hij een heel smalle portefeuille heeft. Naar cultuur en homo-emanipatie gaat blijkbaar zijn hart uit. Op die punten lijkt hij een soort missie te hebben. Voor mij blijft de bewindsman te veel in een beperkt aantal onderwerpen hangen.”

Een van de onderwerpen waar de minister zich in verliest, is het cultuur­beleid. Hij brengt veel werkbezoeken aan culturele instellingen, lijkt geen receptie over te slaan en is bij alle prijsuitreikingen, festivals en premières aanwezig en geniet daarvan zichtbaar met volle teugen. In elk geval wekelijks en soms dagelijks stort de bewindsman zich met overgave in het uitgaansleven van de upper ten.

VVD-Kamerlid Zijlstra noemde de minister spottend de „minister van feesten en partijen.” Slob en Terpstra vinden dat de liberaal daarmee te ver gaat, maar een kern van waarheid zit er volgens hen wel in.

Veel tijd en energie besteedt de bewindsman aan homo-emancipatie. Hij vaart met met de botenoptocht tijdens de Gay Pride door de Amsterdamse grachten, spreekt steun uit voor een demonstratie van homo’s in Moskou, schrijft een pittige brief aan alle scholen waarin hij benadrukt dat ze geen homoseksuelen vanwege hun leefwijze of samenwonen mogen ontslaan en attendeert het COC ongevraagd op de mogelijkheid om in de kwestie Emst een uitspraak te ontlokken aan de Commissie Gelijke Behandeling. Verder legt hij talloze werkbezoeken af om homo-emancipatie onder de aandacht te brengen, tot in het reformatorisch onderwijs toe. Krol vindt het allemaal geweldig: „Ik heb groot respect voor wat Plasterk doet. Ik moet in mijn kennissenkring nogal eens uitleggen dat hij gewoon met een vrouw is getrouwd.”

CDA-Kamerlid Van Dijk heeft zich flink geërgerd aan de brief die de minister begin deze maand aan de scholen stuurde. „Het lijkt erop dat de minister inhoudelijk niet weet wat er speelt. Iemand die alleen benadrukt dat scholen homoseksuele leerkrachten niet mogen weigeren, mist een stuk kennis. Er kunnen namelijk bijkomende omstandigheden zijn waardoor weigering of ontslag wel tot de mogelijkheden behoort. Dat had de minster erbij moeten schrijven.”

Slob voegt er nog een argument aan toe: „Vorig jaar heeft het kabinet in het kader van de evaluatie van de Algemene wet gelijke behandeling uitgesproken dat de bestaande balans tussen vrijheid van onderwijs en godsdienst enerzijds en het non-discriminatiebeginsel anderzijds moet blijven bestaan. Waarom memoreert hij dat niet in de brief?”

Afgelopen week kromden christelijke politici opnieuw de tenen. Tijdens het wekelijkse mondelinge vragenuur kwam de kwestie Emst aan de orde. Naar verluidt had de Christen­Unie vooraf op de minister ingepraat om hem het enige juridisch juiste antwoord te laten geven: een oordeel over het al dan niet ontslaan van de betrokken homoseksuele leraar is geen taak van de politiek; daarvoor zijn de Commissie Gelijke Behandeling en eventueel de rechter de eerste aangewezenen.

De bewindsman bracht dit keurig onder woorden, maar kwam ongevraagd met een tip aan het COC, namelijk dat het de kwestie onder de aandacht van de Commissie Gelijke Behandeling zou kunnen brengen als de school en de betrokken leerkracht dat niet zouden doen. „Uitlokking, een streek”, zo oordeelde SGP-Kamerlid Van der Vlies.

CDA-Kamerlid Van Dijk en Christen­Uniefractievoorzitter Slob zijn erachter gekomen dat Plasterk in dit dossier soms de vermoorde onschuld speelt. Na het versturen van de brief aan de scholen deed hij tegenover Van Dijk alsof hij niets afwist van een uitzonderingsbepaling. Slob had dezelfde ervaring toen hij enkele weken later de bewindsman op dezelfde omissie wees.

De bewindsman weet echter drommels goed waar het om gaat. In het Nederlands Dagblad van 9 mei bracht hij het spanningsveld beeldend onder woorden: „Kijk, je moet het je eigenlijk zo voorstellen: er zijn twee mandjes van criteria; in de ene zitten zaken als etniciteit en geslacht en in de andere andere kwesties die met leefstijl te maken hebben. Je zou wat dat laatste mandje betreft kunnen denken aan iemand die een notoire hoerenloper is of zich elke avond klem zuipt. Dat mag in dit land, maar het kan ertoe leiden dat iemand niet op een school past als docent.

Dertig jaar geleden zouden we waarschijnlijk homoseksualiteit ook in dit mandje hebben geplaatst. Maar geleidelijk zijn we ertoe gekomen om dat in het eerste mandje te plaatsen en dus te zien van gelijke orde als bijvoorbeeld etniciteit. Daarop mogen we simpelweg niet discrimineren,”

Daarmee tapt de bewindsman uit een ander vaatje dan bijvoorbeeld vice­premier en ChristenUnieleider Rouvoet, vindt Slob. Zijn partijgenoot benadrukt geregeld dat het kabinet de al eerder genoemde balans tussen de grondrechten zal bewaken. „Die benadering biedt christelijke scholen ruimte een personeelsbeleid te voeren in overeenstemming met hun grondslag. Ik heb de indruk dat Plasterk daar het liefst van af zou willen. Zijn brief aan de scholen wijst in die richting. Vandaar dat mijn fractiegenoot Anker daarover kritische vragen heeft gesteld.”

Waar komt Plasterks gedrevenheid vandaan? Zou het te maken kunnen hebben met het feit dat de ambtenaar die hoofdverantwoordelijk is voor homo-emancipatiebeleid zelf homo is en nauwe banden heeft met het COC? Slob gelooft niet dat dat de enige reden is: „Daarvoor is de minister veel te gedreven. Het komt bij hem van binnenuit.”

Gedrevenheid heeft altijd te maken met overtuiging, en dat zal bij Plasterk niet anders zijn. Hoe staat de bewindsman in het leven? De jonge Ronald werd in de jaren zestig van de vorige eeuw rooms-katholiek opgevoed. Hij bezocht in Den Haag het gymnasium van de paters van het heilig hart van Jezus. Vanaf zijn dertiende levensjaar zegt Plasterk zeker te weten dat God niet bestaat. Hij wil niets weten van „een wrede God die deze ellende wil.”

Vanuit zijn visie dat God niet bestaat, is mede het felle verzet van Plasterk tegen creationisme en Intelligent Design te verklaren. Als wetenschapper viel hij zijn voorgangster, Van der Hoeven, in 2005 stevig aan toen zij hiervoor interesse toonde. Prof. Dekker heeft naar eigen zeggen destijds „vinnige” discussies met Plasterk gevoerd over de relatie tussen geloof en wetenschap. „Toen het debat over Intelligent Design volop gaande was, hebben we vele tientallen met elkaar ge-e-maild. Hij was tegen, ik stond wel open voor het idee.”

De Delftse hoogleraar heeft het eerste exemplaar van zijn boek ”Omhoog kijken in een plat land” in 2007 overhandigd aan Plasterk. „Hoewel ik heel plezierig met Plasterk debatteerde, gaapt er een kloof tussen onze visies. Als je het beeld van twee cirkels voor ogen houdt, waarvan de ene het geloof en de andere de wetenschap voorstelt, dan wil Plasterk deze twee helemaal gescheiden houden, terwijl ik meen dat die twee elkaar wel degelijk raken.”

Voor iemand die niet gelooft in God en het eeuwige leven, blijft er weinig anders over dan uit dit leven te halen wat erin zit. En dat doet Plasterk als geen ander. Het is bij hem carpe diem, pluk de dag. „Hij is iemand die het leven met diepe teugen leegzuigt”, analyseerde Mark Traa, redacteur van HP/De Tijd eerder dit jaar.

Dat gecombineerd met zendingsdrang om ook anderen dezelfde ‘vrijheid’ te gunnen die hij geniet, leidt ertoe dat hij een afkeer heeft van gelovigen die vinden dat het praktiseren van homoseksualiteit zonde is. Tijdens een commissievergadering in de Tweede Kamer heeft Plasterk nadrukkelijk aangegeven dat hij met het onderscheid tussen homofilie en homoseksualiteit niet uit de voeten kan. De evangelische stichting Onze Weg kreeg vorig jaar na een aanvankelijke toezegging toch geen subsidie omdat de hulpverlenings­organisatie de mogelijkheid openlaat dat homoseksuele gevoelens verbleken en plaats maken voor heteroseksualiteit. Plasterk wil blijkbaar –net zoals hij zelf doet– de homofiele medemens de ruimte geven om alles uit het leven te halen wat erin zit. „Wij denken heel verschillend”, concludeert Slob.


Wetenschapper, tenor en gitarist

Ronald Hans Anton Plasterk (1957) heeft een lange wetenschappelijke carrière achter de rug voor de koningin hem op 22 februari 2007 benoemt tot minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Na zijn studie economie (propaedeuse) en biologie promoveert hij in 1984 in de natuurwetenschappen. Daarvoor was hij medewerker van het biomedisch instituut van de Rijksuniversiteit Leiden. In het jaar van zijn promotie komt hij voor zijn partij, de PvdA, in de gemeenteraad van de sleutelstad.

Na zijn promotie gaat hij als onderzoeker aan de slag bij het Amerikaanse California Institute of Technology in Pasadena. Daarna werkt hij twee jaar als onderzoeker in een Brits laboratorium te Cambridge.

In 1987 keert hij terug naar Nederland en treedt toe tot de directie van het Nederlands Kanker Instituut te Amsterdam, Daarna wordt hij benoemd tot directeur van de Onderzoeksschool Oncologie van het Nederlands Kanker Instituut te Amsterdam.

Ondertussen krijgt Plasterk een benoeming tot bijzonder hoogleraar moleculaire microbiologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, vervolgens tot hoogleraar moleculaire genetica aan de Universiteit van Amsterdam en tot slot tot directeur van het Hubrecht Laboratorium/Nederlands Instituut voor Ontwikkelingsbiologie. Dat laatste combineert hij met een hoogleraarschap aan de Universiteit Utrecht.

In zijn vrije tijd is Plasterk voor zijn benoeming tot minister in het kabinet-Balkenende IV vooral actief als columnist. Vanaf 1995 tot 1999 bij Intermediair, daarna bij de Volkskrant en tot zijn aantreden als minister bij het tv-programma Buitenhof. Verder is hij lid van de Gezondheidsraad en adviseur van de Nationale conventie voor bestuurlijke vernieuwing.

Wat Plasterk in zijn vrije tijd ook graag doet, is muziek maken. Hij was lid van de Koninklijke Christelijke Oratoriumvereniging Excelsior te Amsterdam en zong als tenor verschillende malen de Matthaus Passion van J. S. Bach mee. Zelf speelt de bewindsman niet onverdienstelijk gitaar.

Andere hobby’s van de minister zijn het lezen van literatuur, fotografie en schilderen.

Plasterk woont in Bussum, is getrouwd en heeft twee zonen, Willem en Wouter.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer