We zijn vol noden en met zonden beladen. We hebben God en Jezus nodig. We hebben vergeving nodig in Zijn dierbaar bloed. Met al deze noden en belangen moeten wij tot Jezus en in Hem tot de Vader gaan. Dan is het goed deze voorwerpen aan Zijn voeten neer te leggen en luid te roepen: Heere! Gij Zone Davids, ontferm U mijner!Als wij dat dan doen, laten wij dan van deze vrouw leren dat in het geloof te doen. Het gebeurt veelal als wij niet direct ontvangen wat wij begeren, dat wij worden afgeschrikt en dat wij de moed verliezen en zeggen: Ach, het zal toch wel tevergeefs zijn, de Heere hoort het niet. Hij geeft geen acht op mijn smeken. Maar op Zijn tijd zal Hij uitredding geven. Laten wij maar aanhouden bij de troon der genade. Al worden wij door bepaalde omstandigheden hevig geschokt, laten wij toch maar aanhouden, vast gelovende: Hij kan, Hij wil, Hij zal verhoren.

Ons geloof moet echter wel ootmoedig, ja, diep ootmoedig zijn. En God verklaart te willen helpen, niet omdat wij zo goed zijn, maar omdat Hij Zijn zondaarsliefde aan geheel onwaardigen wil verheerlijken.

Ewaldus Kist,predikant te Dordrecht

(”Leerredenen”, 1810)