Weigering
„En ziet, een Kananese vrouw, uit die landpalen komende, riep tot Hem…”Mattheüs 15:22
Jezus antwoordde de Kananese vrouw niet één woord. Zij hield echter aan met roepen, of had wellicht de discipelen om bemiddeling gevraagd. Die kwamen tot Jezus en vroegen Hem: „Laat haar van U, want zij roept ons na.” Met andere woorden: Laat ze van u door aan haar begeerte te voldoen. Haar toestand is medelijden waard.Het weigerachtige antwoord van Jezus dat daarop volgt, is een bewijs dat wij de woorden „Laat haar van U” niet ten nadele, maar ten voordele van deze vrouw moeten opvatten. Hij zei: „Ik ben niet gezonden, dan tot de verloren schapen van het huis Israëls.”
Wanneer Hij echter uit de doden zou zijn opgestaan, zouden ook de heidenen Zijn erfdeel worden. Dan zou Hij zijn apostelen uitzenden om het Evangelie aan alle creaturen te verkondigen.
Ewaldus Kist,predikant te Dordrecht
(”Leerredenen”, 1810)