Noordink werd op 11 december in het huis van de verdachte om het leven gebracht. De verdachte zou het lijk daarna in zijn achtertuin hebben begraven, op circa 400 meter van het appartement waar het slachtoffer woonde.Pel verklaarde verder dat zijn cliënt tijdens dat gesprek duidelijkheid wilde hebben over een fotocamera die hij voor Noordink wilde verkopen omdat ze in financiële nood zat. Namens zijn cliënt liet de advocaat weten dat Noordink de camera als gestolen heeft opgegeven bij de verzekering om deze te tillen.

Volgens Pel heeft de verdachte in paniek Noordink gewurgd en even later het lijk in zijn achtertuin begraven.
Het Openbare Ministerie (OM) in Zutphen onthoudt zich van commentaar op het relaas van de advocaat. Justitie vindt wel dat de details van een strafzaak pas op een zitting van de rechtbank naar voren horen te komen.

Volgens Pel komt hij met de informatie naar buiten omdat er maandenlang „een eenzijdig beeld is geschetst van de moord op Joanne Noordink. Er is in de maatschappij een grote behoefte ontstaan te weten hoe dit heeft kunnen gebeuren. Daar probeer ik namens mijn cliënt met terughoudendheid inzicht in te geven”.

Tijdens een volgende pro–formazitting, op 23 juni, behandelt de rechtbank een mogelijke verlenging van de voorlopige hechtenis van de verdachte.