Dekkingsgraad ABP kruipt omhoog
Ambtenarenpensioenfonds ABP heeft in de eerste vier maanden van dit jaar de dekkingsgraad weten op te krikken van 90 procent eind 2008 tot 91 procent per 30 april 2009. Het vermogen nam toe van 173 miljard euro aan het eind van het afgelopen jaar tot 175 miljard euro eind april.
Dat maakte het ABP maandag bekend bij de presentatie van het jaarverslag over 2008 en de stand van zaken over de eerste vier maanden van dit jaar.In de maand april behaalde het pensioenfonds voor het eerst in lange tijd een positief beleggingsrendement. „En die ontwikkeling zet door”, zegt waarnemend bestuursvoorzitter Harry Borghouts. „We zitten nu op een dekkingsgraad van tussen de 95 en 100 procent.” Nog steeds niet de 105 procent die vereist is, maar Borghouts toonde zich „niet ontevreden.”
De dekkingsgraad van het ABP, de mate waarin het pensioenfonds in staat is aan de verplichtingen te voldoen, liep in de eerste twee maanden van dit jaar terug tot 83 procent. Eind maart was de dekkingsgraad opgelopen tot 86 procent. De oplopende dekkingsgraad is grotendeels te danken aan de stijging van de aandelenbeurzen. Sinds eind vorig jaar zijn die wereldwijd met 5 tot 10 procent gestegen.
Omdat de dekkingsgraad van het ABP onder de vereiste 105 procent zakte, kondigde het fonds eind maart aan de premies op pensioenen tijdelijk te verhogen. De verhoging, per 1 juli van dit jaar met 1 procentpunt, maakt deel uit van het herstelplan. Daardoor moet het dekkingstekort binnen vier jaar weer op peil zijn. Zonder die maatregel zou dat acht maanden langer duren. Indien nodig verhoogt het ABP de premies per 1 januari 2010 nog eens, met 2 procentpunt. Ook krijgen gepensioneerden er niets bij om de gestegen prijzen goed te maken.
Gepensioneerden vrezen dat ze er bekaaid vanaf komen en roeren zich. „Guus ga naar huus” riep de Nederlandse Bond voor Pensioenbelangen (NBP) gisteren in de richting van minister Ter Horst (Binnenlandse Zaken), de werkgever van de ambtenaren. Werkgevers en vakbeweging willen beide de premies laag houden om loonkosten te beperken en nettoloon op peil te houden, verwijt de bond de pensioenwereld. De NBP vreest dat het niet blijft bij afbrokkelen van koopkracht van gepensioneerden, maar dat ook een korting op het pensioen mogelijk is.
„De problemen zijn ernstiger dan ooit tevoren,” zei voorzitter Benne van Popta van de Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen (VB) gisteren tot de jaarvergadering van zijn organisatie. Begin vorig jaar leken de fondsen nog meer dan voldoende buffers te hebben en sommige fondsen gaven zelfs een „inhaalindexering” om koopkracht goed te maken die gepensioneerden eerder moesten missen.
Intussen is het beeld danig veranderd. De verhoging van de AOW-leeftijd staat politiek zwaar ter discussie. Daarmee wordt ook het vooruitzicht van veel Nederlanders dat ze zelf een mooi tijdstip kunnen kiezen als ingangsdatum van hun pensioen een illusie.
Voor Van Popta reden om gisteren tijdens de ledenvergadering de hand in eigen boezem te steken. Nederlanders hadden een beeld van zekerheid als het om hun pensioen ging, maar de werkelijkheid was anders. Nu dreigt zelfs het korten op pensioenen. „In uitzonderlijke situaties kan ook de pensioenuitkering zelf onzeker zijn.”
Het ABP is voorzichtig met het doen van voorspellingen voor de rest van dit jaar. Zo blijven volgens de superbelegger de financiële markten „zeer beweeglijk.” Wel denkt het fonds dat de miljardeninjecties die zijn gedaan om de financiële markten weer gezond te maken effect beginnen te krijgen en het ABP denkt dat beleggers er weer trek in krijgen. Ook verwacht het dat de rentemarkten zullen normaliseren. Voor de middellange termijn maakt het ABP zich zorgen over de oplopende inflatie.