Na een gesprek in het Kremlin zeiden de twee leiders in een verklaring dat zij „energiek” zouden gaan onderhandelen over de kwestie die een vredesverdrag tot nu toe in de weg heeft gestaan - de bezetting van de Koerileneilanden door de Sovjet-Unie in de nadagen van de Tweede Wereldoorlog. De nieuwe regeling moet gebaseerd zijn op alle afspraken die tot nu toe over het onderwerp zijn gemaakt, inclusief een verklaring uit 1956 waarin Moskou belooft twee van de vier eilanden aan Japan terug te geven.

Poetin zei dat een oplossing mogelijk is als de belangen van beide landen in aanmerking worden genomen en op alle gebieden nauwere banden worden gesmeed. Als dat gebeurt, „denk ik dat we ondanks de ingewikkeldheid van het probleem een positief resultaat zullen bereiken”, aldus Poetin.

Koizumi zei naar Moskou te zijn gegaan met het vaste voornemen de Japans-Russische betrekkingen nieuw leven in te blazen, „in overeenstemming met de veranderingen die zowel in Rusland als op het internationale toneel hebben plaatsgevonden.”

Een van de voornemens die in het actieplan worden genoemd is het ontwikkelen van natuurlijke hulpbronnen in het Russische Verre Oosten. Overigens bevat het plan weinig details en geen tijdschema’s.

De Russisch-Japanse top werd overschaduwd door de perikelen rond Noord-Korea. Poetin en Koizumi veroordeelden het besluit van Noord-Korea om zich terug te trekken uit het verdrag tegen de verspreiding van kernwapens. Koizumi sprak van een „zeer betreurenswaardig besluit, dat onmiddellijk ongedaan moet worden gemaakt.” Poetin zei dat het Koreaanse schiereiland kernwapenvrij moet blijven en dat de non-proliferatie moet worden behouden en versterkt.