Volgens het Nicis speelt het feit dat in Nederland jongeren in het lager beroepsonderwijs rond hun zestiende van school moeten wisselen een belangrijke rol. Op deze kwetsbare leeftijd vormt de overgang naar een nieuwe school juist een risico, zegt het Nicis.Het instituut noemt de Belgische methode als alternatief. In België heeft het lager– en middelbaar beroepsonderwijs in dezelfde school plaats, waardoor er sprake is van een bekende en beschermde leeromgeving.

De selectie van leerlingen op twaalfjarige leeftijd die uniek is voor Nederland kan volgens het Nicis ook leiden tot een negatieve leersituatie. Daardoor ontstaan namelijk klassen met alleen maar leerlingen met gedrag– en leerproblemen. In andere landen zitten jongeren van alle leerniveaus tot vijftienjarige leeftijd bij elkaar in de klas.

In het rapport vergelijkt het Nicis de situatie van tweede generatie Turken in Nederland met die van dezelfde minderheidsgroep in acht Europese landen, waaronder Duitsland, Zweden, Frankrijk en België.