Scholiere: Aanval op koningin raakt iedereen
Docenten en leerlingen op de Apeldoornse vestiging van de Jacobus Fruytier Scholengemeenschap staan stil bij de aanslag op Koninginnedag. „We moeten deze zaak in de hand van God laten.”
„Alle politiemensen gingen in mars naar de plek waar de auto op het hek botste, bij het monument De Naald. We wisten al gauw: Dit gaat niet goed. Er is iets heel ergs gebeurd.” In een klaslokaal op de Jacob Fruytier Scholengemeenschap kijkt een meisje uit vwo 5 donderdagmorgen, de eerste schooldag na de vakantie, met haar klasgenoten terug op de aanslag in Apeldoorn.”Natie” is een van de woorden die docent maatschappijleer J. Hoefnagel op het bord schrijft. Wat vinden de leerlingen van zijn stelling dat de actie in Apeldoorn „een aanslag op ons allemaal” was?
„Dat is op zich wel waar”, reageert een van hen. „Het programma voor Koninginnedag in Apeldoorn is afgelast. Het was een nationaal gebeuren.” En: „De hele dag is verknald.” Een meisje: „Als de koningin wordt aangevallen, raakt dat iedereen.”
Krampachtigs
Zal Koninginnedag voortaan anders verlopen? „Het is één gek die zoiets doet. Als iemand echt kwaad wil, dan lukt hem dat”, reageert een scholiere. Haar klasgenoot: „Koninginnedag zal nu toch wel iets krampachtigs krijgen. Ik vraag me af of de koningin voortaan nog een rondje rijdt in een open bus.”
De herdenkingsbijeenkomst vanavond in Apeldoorn, in bijzijn van leden van de koninklijke familie, is dat goed? „Het is denk ik goed voor de verwerking, want de schrik zit er wel in”, reageert een meisje. Een medeleerlinge: „Er is wel erg veel aandacht voor de aanslag. Als er bij een ongeval op de snelweg meerdere mensen omkomen, is er geen herdenking.” Haar buurvrouw protesteert: „Als zeven mensen in één keer bij een ongeval zouden omkomen, zou daar ook best aandacht voor zijn. Nu is bij de aanslag ook nog eens de koningin betrokken. Deze zaak vinden veel mensen nu eenmaal belangrijk.”
Bijzonder
De weekopening voor docenten stond gisteren in het teken van de aanslag in Apeldoorn. H. Westerink, directeur havo/vwo/tweetalig onderwijs, verzorgde de meditatie. Het werd een „extra bijzondere” bijeenkomst.
Zelf was Westerink vorige week direct getuige van het drama in Apeldoorn. Samen met zijn vrouw was hij naar De Naald gekomen om de koninklijke familie op de gevoelige plaat vast te leggen. Toen hij de naderende koninklijke bus voor de lens had, ging het mis. „Ik hoorde een klap en zag tot mijn verbijstering een helemaal ingedeukte auto met grote vaart tegen het hek om De Naald klappen. Ik zag dat prins Willem-Alexander en prinses Máxima verbijsterd achterom keken. Ik kon het even niet bevatten. Al kreeg ik wel snel het gevoel: Dit is een ramp.”
Tijdens de weekopening vertelde Westerink over zijn ervaringen bij De Naald. Hij verwees naar Prediker 3. „Daarin staat dat alles een bestemde tijd heeft. Een tijd om geboren te worden, een tijd om te sterven. Een tijd om te wenen en te lachen. Uiteindelijk blijft over dat wat God doet, in eeuwigheid zal bestaan. Opdat men vreze voor Zijn aangezicht. Een zaak als de aanslag in Apeldoorn moeten we in Gods hand laten.” De leerkrachten zongen Psalm 99:1 (God, de Heer’, regeert). Docenten is gevraagd met de scholieren stil te staan bij het drama en „alert te zijn op emotionele reacties van leerlingen.” De directeur is blij dat ds. R. Visser van de Loolaankerk vorige week vrijdag de nabestaanden van alle slachtoffers opdroeg in zijn gebed. „Dat was zeer gepast.”
Nazorg
Er zijn geen leerlingen op de Jacobus Fruytier die door de aanslag in problemen zijn gekomen, stelt C. J. Weststrate, de voorzitter van het zorgadviesteam. Dat verleent zo nodig bij calamiteiten nazorg. Voor zover bekend waren twee docenten getuige van de aanslag.
In sommige klassen hield het drama de scholieren bij de dagopening best bezig. In andere klassen begon de gewone les al snel. „Het is natuurlijk al weer een week geleden. Heel veel leerlingen hebben via televisie, internet en krant al veel gezien. Verder komen veel scholieren van buiten Apeldoorn.”
Wel vermoedt Weststrate dat het drama volwassenen meer heeft aangegrepen dan jongeren. „Jongeren zijn meer gewend om naar schokkende beelden te kijken.”