Post uit Suriname: Vuurwerk
„Zijn jullie al open?”, vroeg ik voorzichtig aan mijn overburen. Brutaal was ik de supermarkt binnengelopen die aan de overzijde van mijn huis het afgelopen jaar tergend langzaam vanuit het niets was opgetrokken. Maar de laatste weken waren er duidelijk tekenen dat aan alle bouwellende een einde zou komen.
De winkel heet ”Beijing Supermarket”. Natuurlijk: ”Shanghai Supermarket” zit al enkele tientallen meters verderop om de hoek, andere supermarkten met minder voor de hand liggende Chinese namen zijn de afgelopen jaren elders ook al als paddestoelen uit de grond geschoten. Met ”Beijing” kan ik wel uit de voeten.De laatste weken viel die extra bedrijvigheid op. Zoonlief van de familie was veilig teruggekeerd van een inkoopreis naar China, de containers waren ondanks de zoveelste douanestaking voor de deur afgeleverd, lokale importeurs en producenten hadden de overige schappen gevuld. Na een investering van tonnen aan Surinaamse dollars konden er ook nog een paar centen vanaf om wat vlaggetjes op te hangen. Dat was voor mij aanleiding om, zoals dat in Suriname heet, vrijpostig binnen te lopen, onder het mom dat ik een potje groenten nodig had. Nee, ze waren nog niet open. Pas „tamara” (morgen). Maar toen ik duidelijk maakte dat ik aan de overkant van de straat woonde en dringend dat potje groenten nodig had, was ik meer dan welkom. Na vriendelijk handen schudden riep ik: „Ah, tamara pagara!” Waarmee ik aangaf dat ze de volgende ochtend vroeg naar goed Chinees gebruik de opening luister bij zouden zetten met oorverdovend vuurwerk. Inderdaad, om acht uur zou het losbarsten. „No way!” flapte ik er on-Surinaams uit. „Dan slaap ik nog en wil ik niet door een pagara mijn bed uit worden gedreund!”
Een Chinese discussie volgde. Ze wisten eigenlijk ook niet wat ze met mijn bezwaren aan moesten. Na wat heen en weer gepraat bereikten we het compromis van negen uur. Voldaan liep ik de 10 meter naar mijn huis weer terug, tegelijkertijd verbaasd dat ik erin was geslaagd een officiële opening te verschuiven. Dat zou mij met de opening van een Albert Heijn in Nederland niet zijn gelukt.
De volgende ochtend om negen uur zaten we op ons terras klaar voor het spektakel, dat keurig volgens afspraak begon. De Chinees zwaaide nog even, alvorens het lont aan te steken. Als dank kocht ik later nog een potje groenten, zonder dat ik het nodig had. Maar voor een nieuwe vriendschap had ik dat graag over.