Staatssecretaris: Kosten pensioen in de hand houden
Staatssecretaris Rutte (Sociale Zaken) vreest dat de kosten van de pensioenen uit de hand gaan lopen. Hij wil eind deze maand met werkgevers en werknemers overleggen en hen dan bewegen beter de vinger aan de pols te houden bij de kosten. De bewindsman zei dit donderdag tijdens een studiebijeenkomst in Den Haag.
Werkgevers en werknemers letten volgens hem bij de CAO-onderhandelingen te weinig op de financiële gevolgen van hun afspraken voor de pensioenfondsen. De sociale partners doen hem „wel eens denken aan de eigenaar van een dure auto die klaagt over het vele geld dat hij moet uitgeven aan benzine, maar die weigert een zuiniger auto aan te schaffen.”
Rutte wil gehoor geven aan een advies van de Sociaal-economische Raad om de pensioenfondsen te verplichten in hun jaarverslag de financiële gevolgen te schetsen van de CAO-afspraken voor de pensioenen. Dan moet blijken of de toeslagen op de pensioenfondsen in gevaar komen. Wat de staatssecretaris betreft, kijken ze dan ook nog eens naar de pensioenregeling zelf, vooral op het punt van de beheersbaarheid van de kosten.
Zo wees de bewindsman erop dat de eindloonregelingen, waarbij de hoogte van het pensioen afhangt van het laatst verdiende salaris, het risico meebrengen dat er onverwacht hoge financiële voorzieningen getroffen moeten worden. Ook zette Rutte vraagtekens bij het streven om het voor werknemers aantrekkelijk te maken om al op de leeftijd van 61 of 62 jaar met pensioen te gaan.
Rutte kondigde bovendien aan de eisen aan pensioenfondsen over voorlichting aan de werknemers aan te scherpen. Hij wees onder meer op een enquête van de Consumentenbond. Daaruit blijkt dat 60 procent van de mensen die nog aanspraken hebben bij pensioenfondsen, nadat ze stopten bij een werkgever, zich er niet van bewust is dat ze nog geld tegoed hebben. De staatssecretaris wil dat mensen met dergelijke „slapende” pensioenaanspraken voortaan om de vijf jaar daarover geïnformeerd worden.