Christenen onder vuur in Pakistan
De opmars van de taliban in Pakistan –en dus ook van al-Qaida– is zorgelijk omdat het land kernwapens heeft opgeslagen. Maar ook christenen maken zich grote zorgen, omdat hun toch al penibele situatie sterk zal verslechteren als de taliban aan de macht komen. Een ernstig incident in Karachi was daarvan een veelzeggend voorteken.
Op woensdag 22 april ontdekten leden van de christelijk gemeente in Taiser, een voorstad van de Zuid-Pakistaanse havenstad Karachi, dat er met graffiti teksten op de muren van hun kerkgebouw waren geschreven. ”Lange leve de taliban”, luide een van de teksten, en in andere werden christenen opgeroepen zich tot de islam te bekeren, of bereid te zijn als niet-moslims de ”jizye” te betalen, een speciale belasting voor ongelovigen. Toen gemeenteleden probeerden de graffiti te verwijderen, doken gewapende militieleden op om hun dat te beletten. Van het incident is een verslag gemaakt door de organisatie Claas (Centre for Legal Aid, Assistance and Settlement). Claas is een organisatie van Pakistaanse christenen die gratis rechtshulp biedt aan gediscrimineerde geloofsgenoten in hun land. De organisatie heeft haar hoofdkantoor in de stad Lahore. Een Europese afdeling bevindt zich in Groot-Brittannië (Claas UK).De coördinator van Claas UK, Nasir Saeed, heeft de aanval op de kerk in Karachi zorgvuldig gereconstrueerd met hulp van ooggetuigen. Zo weet hij dat al gauw na de schoonmaakpoging van de graffiti door kerkleden zo’n dertig tot veertig militanten ten tonele verschenen die het vuur openden op de groep. Daarbij vielen diverse gewonden en werd een 11-jarig jongetje levensgevaarlijk door kogels geraakt. Begin deze week overleed hij. Na de schietpartij doorzochten moslimradicalen de nabijgelegen huisjes van de gemeenteleden, plunderden die en staken ze in brand. Er werden ook Bijbels verbrand, meldden getuigen. Ook zouden de militanten vrouwen op straat hebben mishandeld.
De politie in Karachi deed in eerste instantie niets om de aanval te stoppen, vernam Saeed, en hij weet wel waarom: christenen vormen in zijn land een qua aantal marginale groep, ze hebben een lage sociale status en weinig politieke invloed. Pas later, na aandringen van de gemeenteleden, arresteerde de politie zeven verdachten en nam ze een voorraad semiautomatische pistolen en kalasjnikovs in beslag.
Dat in de Pakistaanse media de confrontatie bij de kerk als „sektarisch geweld” werd getypeerd, noemt Saeed onzinnig. „Christenen hebben als achtergestelde minderheid de moed niet om naar de wapens te grijpen.”
Hij typeert de situatie rond de kerk in Karachi nog altijd als gespannen. In het stadsdeel wonen zo’n 700 families, en daaronder zijn zowel rooms-katholieken als protestanten. Het totale aantal christenen in de stad schat hij op rond de 100.000. De toch al beperkte bewegingsruimte van de christenen, als gevolg van islamitische wetgeving, dreigt nog meer ingeperkt te worden nu de taliban de stad zijn binnengedrongen. Moslimstrijders hebben zich namelijk in de buitenwijken van Karachi gevestigd, zodat ze gemakkelijk vanbuiten aanvoer kunnen regelen, of versterkingen kunnen inroepen. De groep christenen die vorige week werd aangevallen, woont in dezelfde buitenwijk als die van de taliban, met alle gevolgen van dien.
Saeed is ervan overtuigd dat de taliban de macht in Karachi, maar ook in andere steden van land, willen overnemen. „Als ze daarin slagen, weten we dankzij de Swatvallei concreet wat dat voor de Pakistaanse bevolking in het algemeen, en voor christenen in het bijzonder betekent.” Medio februari viel de Swatvallei, gelegen in het noorden van het land, ten prooi aan de taliban, nadat de centrale regering in Islamabad een deal met hen had gesloten. In ruil voor vrede kregen ze de vrije hand in het gebied om de bevolking hun extreme leefregels op te leggen. De 500 christenen die er woonden zijn inmiddels vertrokken, meldt Saeed, omdat het bestaan er voor hen onmogelijk werd. „Als hun iets dergelijks lukt in Karachi en in andere delen van het land, wat zal dan onze toekomst zijn?” vraagt de Pakistaanse christen zich af.
Dat er sprake is van talibanisering van Pakistan, om precies te zijn van Punjab, de volkrijkste provincie in het land, wordt ook uit andere bronnen bevestigd. Daarbij gaan ze slim te werk, zo blijkt uit analyses van waarnemers. Zo weten ze de diepe kloof die er vanouds bestaat tussen de rijke landheren, bekend onder de naam khans, en de landloze arbeiders optimaal uit te buiten door deze arbeiders op te hitsen tegen hun superieuren. In de Swatvallei werd de kleine groep landheren het gebied uitgejaagd. Landlozen en arme boeren organiseerden ze als gewapende bendes in dienst van de taliban. Punjab leent zich bij uitstek voor zo’n door de taliban geleide sociale revolutie, omdat de kloof tussen rijk en arm er enorm is.
De taliban buiten ook andere zwakke plekken in de Pakistaanse samenleving uit om hun opmars te versnellen. Zo beloven ze de toepassing van islamitisch recht, garanderen ze effectief bestuur en een herverdeling van de nationale rijkdommen.
Bekend is dat landloze arbeiders tal van rechtszaken tegen hun bazen hebben lopen, die maar niet opgelost worden omdat het justitiële apparaat intens corrupt is en de armsten daardoor altijd aan het kortste eind trekken.
Dat deze tactiek succesvol is, blijkt wel uit een opiniestuk in de Pakistaanse krant Dawn van donderdag, waarin het veelgeprezen snelrecht van de taliban juist werd gehekeld. Of zaken ook goed en eerlijk worden opgelost, is nog maar zeer de vraag, aldus auteur dr. Tariq Rahman. Bovendien weet iedereen uit het verleden dat zodra een machtige talib in een zaak is betrokken, hij altijd gelijk heeft, en zijn tegenstander doorgaans door middel van moord aan de kant schuift.
Intussen beproeven de taliban ook een andere manier om Pakistan aan hun voeten te krijgen. Zo hebben ze al geruime tijd een gelegenheidsalliantie met moslimmilitanten in Punjab. Het betreft door de Pakistaanse regering gesteunde strijders die de Indiase troepen in het Indiase deel van Kasjmir bevochten. Onder druk van Amerika maakte de toenmalige president Musharraf een einde aan die steun, maar prompt vertrokken deze militante groepen naar de tribale grensgebieden van Pakistan, waar ze hun contacten met de taliban en met al-Qaida intensiveerden.
Inmiddels is er sprake van een tactisch bondgenootschap, waarbij Punjabi militanten de taliban logistieke steun verlenen bij hun opmars in de steden van Punjab, zoals Lahore en Karachi. Claascoördinator Saeed is ervan overtuigd dat de centrale regering in Islamabad te slap optreedt tegen de taliban en hun handlangers. En dat alleen druk vanuit Amerika en Europa haar tot grotere daadkracht kan brengen. Alleen zo is er volgens hem kans dat Pakistaanse christenen in hun land kunnen blijven wonen.
Chand Bibi schudde Pakistan wakker
Wat de opmars van de taliban concreet voor de bevolking van Pakistan betekent, werd de afgelopen weken duidelijk uit een video waarop de afstraffing van een meisje door talibanstrijders te zien is. Sindsdien is de 17-jarige Chand Bibi een begrip. Wie haar naam noemt, veroorzaakt huiver onder Pakistaanse burgers.
De Asian Human Rights Commission (AHRC) vermeldde haar mishandeling in een rapport dat begin april uitkwam. Kort nadat de taliban de macht in de Swatvallei hadden overgenomen, en strenge regels voor het gedrag van vrouwen en meisjes hadden afgekondigd, werd de 17-jarige Chand Bibi zonder begeleiding van een man op straat aangetroffen omdat ze inkopen wilde doen. Dat is althans de lezing van de taliban. Ze hadden eerder bepaald dat vrouwen en meisjes alleen nog met mannelijke familieleden op straat mochten komen, en daarom was Chand Bibi strafbaar. Mensenrechtenactivisten stellen dat het meisje naar buiten was gelokt omdat ze had geweigerd te trouwen met een talibanstrijder.
Op 7 maart wilden de taliban er bij de bevolking van Swat inhameren dat het hen menens was door Chand Bibi publiekelijk te bestraffen. Ze werd met haar armen en benen uitgespreid en met haar gezicht naar de grond, vastgebonden op de grond en met 35 zweepslagen afgeranseld. Talibanstrijders bevalen omstanders er video-opnamen van te maken om zo de bevolking van Swat te intimideren.
Inmiddels rouleert er een video met opnamen van haar afranseling op de markten van Swat, maar ook ver daarbuiten. De Pakistaanse mensenrechtenactiviste Samar Minallah verspreidde de video over het land om haar landgenoten te tonen „wat er gaande is in de Swatvallei.” Bovendien zond de Pakistaanse televisie de beelden uit. Het gevolg was grote verontwaardiging onder de Pakistaanse bevolking en massale straatprotesten in de grote steden van het land.
Om niet de goodwill van de bevolking te verliezen veranderden de taliban algauw de toedracht die leidde tot de afranseling. Volgens mensenrechtenactivisten lieten ze haar snel trouwen met een jongeman, Adalat Khan, zodat ze op straat was betrapt „op overspel.”
Dat alles kon niet verhelpen dat Pakistaanse burgers waren wakker geschud over wat hun te wachten stond als de taliban niet worden gestuit.