„Onrecht krijgt stem in de Psalmen”
„Psalmen verstaan is in de eerste plaats voetenwerk. Het hart blijft in de Psalmen maar een vreemd en onrustig ding. Het komt alleen dan tot rust als het gaat in het spoor van de thora.” Dr. G. van Ek sprak woensdagmiddag op de predikantenconferentie van de Gereformeerde Bond over gerechtigheid en barmhartigheid in het licht van de Psalmen.
Volgens dr. Van Ek, docent bijbelse theologie aan de kerkelijke opleiding van de Universiteit Utrecht, worden barmhartigheid en gerechtigheid al te snel versmald tot het intermenselijke of zelfs gereduceerd tot het religieuze. „Bij deze thema’s gaat het om zaken die zo met het hele menszijn zijn verweven, dat alles gaat meeklinken, ook het sociale, politieke en het economische. Angst en onrecht krijgen stem in de Psalmen!”
Recht en gerechtigheid, zei dr. Van Ek, hebben in de Psalmen een duidelijk geestelijke lading. „De spiritualiteit van de psalmisten heeft betrekking op het religieuze, maar houdt vanuit een diepe, mystieke, innerlijke vroomheid zicht op het hele politieke gebeuren.”
Herhaaldelijk drongen aanwezige predikanten woensdagmiddag aan op concretisering van de maatschappijkritiek die zij in dr. Van Eks lezing hoorden. Dr. Van Ek, die jarenlang doceerde aan een theologische opleiding in het roerige Colombia, kon volgens hen Nederlandse dominees uit hun dommel schudden. Als reactie wees deze op „de vele vrouwen die vanuit het buitenland worden binnengesleept, van wie het paspoort wordt afgenomen en die in de prostitutie aan het werk worden gezet.”
De universitair docent zei het jammer te vinden dat het debat over normen en waarden is verzand, doordat het zijns inziens verkeerd werd aangezwengeld. „Het is erg mager om het alleen over de veiligheid op straat te hebben.” Ondanks aandringen om het begrip gerechtigheid in de Nederlandse situatie verder concreet te maken, hield dr. Van Ek de boot verder af. „Als voorganger trek je lijnen. In de kerk zitten economen en artsen. De gemeente zelf moet de lijnen doortrekken. Een predikant is eenzijdig en vaak niet ter zake kundig. Bovendien ben ik nog niet zo lang terug in Nederland.”
In zijn inleiding besteedde dr. Van Ek veel aandacht aan innerlijke verbanden tussen en structuren in de Psalmen. Hij stelde vast dat geleerden tot enkele decennia geleden weinig of geen oog hadden voor ordeningsprincipes in het psalmboek. „Maar die zijn er wel. Er is overduidelijk ’gesleuteld’ aan de Psalmen. In de Psalmen 3 tot en met 14 staat de rechtvaardige als onderdrukte centraal. De hier getekende maatschappij wordt gekenmerkt door grof geweld en uitbuiting. Psalm 8 staat daar middenin, als een loflied op Gods schepping. De mens krijgt daar zijn identiteit terug van God: hij is bijna goddelijk!”
Moeten we de structuur waarin een psalm is opgenomen voorrang geven boven de eigen historische achtergrond? luidde een vraag. Dr. Van Ek reageerde dat deze beide niet met elkaar hoeven te botsen. „Naast de historische context, de plek die hij in de eredienst had en de opbouw van de psalm zelf, komt daar nu de plek bij die hij in het palmboek als geheel heeft.”