Koninginnedag botst met meivakantie
Geen echte Koninginnedag zonder Oranjevereniging. Geen Oranjevereniging zonder vrijwilligers. En daar zit het probleem, zo blijkt uit een klein onderzoek door de redactie van het RD. Op veel plaatsen is er een tekort aan mensen die de handen uit de mouwen willen steken. Vooral de meivakantie zit de Oranjeverenigingen in de weg.
De 30e april begint voor veel Nederlanders rustig: krantje lezen, ontbijtje en daarna iets ondernemen. Enkele duizenden vrijwilligers hebben daar geen tijd voor. Zij zijn druk met het organiseren van de aubade bij het gemeentehuis, de kinderspelen, een Oranjemarkt, muziekfestivals, vuurwerk en optochten. Zij kleuren Koninginnedag in.Het organiseren van koninginnedagactiviteiten staat echter steeds meer onder druk, zo blijkt uit een enquête onder bijna dertig Oranjeverenigingen in de biblebelt. Vier van de vijf verenigingen geven aan dat tijdgebrek mensen weerhoudt actief te worden voor de Oranjevereniging.
Maar vooral de meivakantie nekt Koninginnedag. Dat geluid is niet nieuw. Oranjeverenigingen luidden er al eerder de noodklok over, maar ook in het RD-onderzoek komt de kritiek op de meivakantie frequent terug. „De meivakantie gooit roet in het eten. Mensen zijn weg”, stelt het bestuur van de vereniging in Oud-Beijerland. „De meivakanties moeten gewoon iets later beginnen.”
Om de aubade te redden moet Koninginnedag een verplichte schooldag worden, oppert de vereniging in Nunspeet. De Ooltgensplaatse vereniging constateert dat de leerkrachten nu niet meer verplicht zijn om kinderen te begeleiden, waardoor ze niet meer automatisch vanuit school naar de aubade gaan.
Vrijmarkten
Er zijn nog meer ontwikkelingen die een gezellige koninginnedagviering onder druk zetten, zeggen de ondervraagden. „De belangstelling voor alle soorten verenigingen neemt af. Mensen staan te veel onder druk van werk en sociale verplichtingen (zorg voor kinderen en ouders). Daarnaast willen mensen in hun vrije tijd ”leuke dingen doen”, constateert een vereniging.
De Ommense vereniging meldt dat de komst van vrijmarkten concurreert met het centrale thema van Koninginnedag. „Het oorspronkelijk karakter van het Oranjefeest is erdoor verloren gegaan. Vrijmarkten hebben niets met Koninginnedag te maken.”
De commercialisering van de Koninginnedagfeesten maakt het er ook niet leuker op, vindt een vereniging van de Zuid-Hollandse eilanden. „Oranjeverenigingen in kleine dorpen leven meer omdat mensen nog wat over hebben voor hun dorpsbewoners. De organisatie gebeurt alleen door vrijwilligers en de feesten zijn meestal gratis. In grote steden worden de oranjefeesten alleen maar om commerciële redenen georganiseerd.”
Sommige Oranjeverenigingen zien de toekomst somber in. In het Zuid-Hollandse Waarder denken ze dat het nooit meer wordt zoals het was, tenzij „de maatschappij verandert. Mensen moeten zich meer inzetten voor anderen en ook iets willen doen zonder dat ze er zelf beter van worden.”
Eigentijdser
Veel Oranjeverenigingen denken na over manieren om het tij te keren. In Urk proberen ze dat door „meer zichtbaar” te zijn, niet alleen op de Koninginnedag, maar heel het jaar door. Andere verenigingen zoeken het in programma’s die een breed publiek aanspreken en in eigentijdsere invullingen van 30 april. Dat laatste is nodig, omdat „verenigingen soms een oubollig imago hebben. Verenigingen moeten meer vernieuwing gaan uitstralen”, stelt een deelnemer aan het onderzoek.
In Dirksland hebben ze de hoop dat de troonswisseling het Oranjegevoel een positieve prikkel zal geven. „Misschien neemt de belangstelling dan toe, en krijgen de jongere generaties weer wat meer belangstelling voor het Huis van Oranje.” Ook in Vriezenveen sorteren ze al voor op „Oranjedag(en)”, omdat Koninginnedag dan vervalt.
Scholen
Scholen hebben een belangrijke taak als het over het Oranjegevoel gaat, reageren verschillende besturen van Oranjeverenigingen. Door scholen nauw bij de koninginnedagactiviteiten te betrekken, „groeit de jeugd ermee op”, stelt het Puttense comité. „Jongeren worden niet meer via de school opgevoed in een soort Oranjegevoel zoals dat bij de generatie van de jaren 50, 60, 70 wel het geval was”, zien ze in Oud-Beijerland.
De meeste Oranjeverenigingen vinden dat de overheid hun activiteiten in praktische en financiële zin moet steunen. Een 77 procent van de ondervraagden zegt het (helemaal) eens te zijn met de stelling dat de lokale overheid Koninginnedagactiviteiten meer moet stimuleren.
Het is een nationale feestdag, dus zou de overheid er geld voor beschikbaar moeten stellen, vindt een Zuid-Hollandse vereniging. „Nu moeten bestuurden te veel schooien bij ondernemers om een feest te kunnen organiseren.”
De overheid zou standaard met geld over de brug moeten komen omdat zij profijt heeft van een goed georganiseerd koninginnedagfeest, stelt de Scherpenzeelse Oranjeclub. „Koninginnedagactiviteiten zijn bij uitstek positief samenbindende activiteiten in een dorp, dit zou meer ondersteuning verdienen.”
„Oranjegevoel blijft, maar in een ander jasje”
Oranjeverenigingen zijn een afspiegeling van de samenleving. Die conclusie trekt mr. M. Zonnevylle, voorzitter van de Bond van Oranjeverenigingen en burgemeester van Leiderdorp, na kennis te hebben genomen van de uitkomsten van het RD-onderzoek. „Het Oranjegevoel blijft bestaan. Het krijgt alleen een nieuw jasje. Het gevoel van saamhorigheid verdwijnt niet.”
Koninginnedag staat wel onder druk, constateert Zonnevylle samen met de verenigingsbesturen. „Vooral in praktische zin. De meivakantie zorgt ervoor dat veel ouders en kinderen weg zijn.”
Zonnevylle is niet de enige die erover aan de bel trekt. „Recent heeft commissaris van de Koningin Franssen hetzelfde probleem aangekaart met betrekking tot de 4 en 5 mei-activiteiten. Ook daarvoor zijn steeds moeilijker vrijwilligers te vinden.”
De Nederlandse nationale feestdagen hebben als kenmerk dat er enorm veel werk door vrijwilligers wordt verricht, constateert Zonnevylle. „Dat is onze traditie. In het buitenland worden festiviteiten op nationale feestdagen door organisatiesbureaus georganiseerd en dan staat er een paar man. In Nederland zorgt de grote persoonlijke betrokkenheid van velen uit de samenleving voor extra binding in de maatschappij.” Dat is iets om heel zuinig op te zijn, vindt hij.
Daarom moeten lokale overheden de Oranjeverenigingen steunen. Temeer omdat ze steeds meer organiseren dan alleen koninginnedagactiviteiten. „Sinterklaasintochten, palmpasenoptochten, 4 en 5 meiherdenkingen en -feesten. De vrijwilligers verdienen voor hun inzet een vergoeding.”
Niet overal lopen Oranjeverenigingen achteruit, benadrukt Zonnevylle. „Ik kan geen duidelijke lijn beschrijven. In een stad als Utrecht zijn mooie initiatieven. Recent heeft de Oranjevereniging van Dinxperlo zich aangesloten bij de bond. Het bestuur bestaat daar uit allemaal kerels van 22, 23 jaar. Heel enthousiast.”
Welk advies geeft u aan Oranjeverenigingen mee?
„Ik zeg altijd: Laat zien dat je er bent en wat je doet. Ga naar de nieuwjaarsreceptie van het college van burgemeester en wethouders. Informeer de gemeenteraad over je werk. Stuur regelmatig persberichten. Het werkt.”
Oranjeverenigingen zeggen last te hebben van het oubollige karakter van sommige Koninginnedagactiveiten.
„Ik kijk liever naar de feiten, dan dat ik in beelden denk. Koekhappen is op sommige plaatsen ingeruild voor een culturele activiteit. Hier in Leiderdorp is men gestopt met het zaklopen, maar dan krijg je soms weer de opmerking dat mensen dat missen. Ook allochtonen geven steeds meer invulling aan Koninginnedag. Kortom de invulling van Koninginnedag verandert.”
Wat is de grootste bedreiging die u als voorzitter ziet?
„De meivakantie.” Verder vindt Zonnevylle dat de inhoud van nationale feestdagen niet te veel op de achtergrond mag raken. De bevrijdingsfestivals kenmerken zich vooral door veel muziek, maar „laten we niet vergeten vooral de gedachte van 4 en 5 mei door te geven. Zo vragen wij als bond ook aandacht voor het leren van het Wilhelmus.”
Verenigingen, stichtingen, comités
De eerste verenigingen ontstonden eind 19e eeuw, toen liberale notabelen de ruwe volksfeesten wat beschaafder wilden maken. Zij deden dat door de feesten aan de verjaardag van prinses Wilhelmina te koppelen.
Na de geboorte van prinses Juliana in 1909 nam het aantal flink toe. Vooral antirevolutionairen stimuleerde de activiteiten. Na de Tweede Wereldoorlog was er ook een opleving.
Sinds 1995 zijn de meeste comités –circa 1200– verbonden aan de Bond van Oranjeverenigingen, die de gezamenlijke belangen vertegenwoordigd en vooral de band tussen „volk en vorstenhuis wil versterken.”
Oranjeverenigingen doen veel meer dan alleen activiteiten organiseren op 30 april. Veel verenigingen zijn ook actief op 4 en 5 mei, organiseren lampionnenoptochten op de verjaardag van de koningin op 31 januari, concerten, autocrosses, ouderenmiddagen, fietstochten. Sommige zijn ook betrokken bij kinderbouwdorpen en de sinterklaasintocht. Bij andere verenigingen laten de statuten dat soms niet toe.
De ledenaantallen variëren sterk, van enkele tientallen tot duizenden leden. Katwijk spant wat dat betreft de kroon met ruim 4000 leden.