Buitenland

Moord in Jemen mogelijk politiek geïnspireerd

De tragische moord op drie Amerikaanse zendelingen in een christelijk ziekenhuis vorige week in Jemen zou heel goed een politieke achtergrond kunnen hebben. Diverse christelijke media hebben op de radicaal islamitische achtergrond van de aanvaller gewezen, maar er is mogelijk ook een band tussen deze moord en die op Jarallah Omar (60), een vooraanstaande seculiere oppositieleider.

Van onze correspondent
8 January 2003 09:40Gewijzigd op 14 November 2020 00:03

Het Jemenitische ministerie van Binnenlandse Zaken beweert dat de moordenaar van de Amerikanen en die van Jarallah Omar samen hebben gewerkt en beiden lid waren van de Islamitische Islah (Hervormings) Partij. Omar was een van de kopstukken van de Jemenitische Socialistische Partij (YSP) en was de voornaamste motor achter de vorming van een coalitie tussen zijn partij en de Islah Partij, in de hoop dat zij samen de regerende partij van president Ali Abdallah Saleh tijdens de parlementsverkiezingen in april zouden kunnen verslaan.

Omar kwam uit Zuid-Jemen, dat in 1990 samensmolt met Noord-Jemen. De politieke elite van Zuid-Jemen was na decennia van Sovjetinvloed overwegend seculier en socialistisch, terwijl Noord-Jemen sterk traditioneel en islamitisch was. De vereniging verliep niet zo gesmeerd en liep in 1994 uit in een burgeroorlog. President Ali Abdallah Saleh verwierf toen steun van de Islah Partij om de zuiderlingen die zich weer van Noord-Jemen wilden losmaken, vooral leden van de Socialistische Partij, te verslaan.

Islah-ideoloog Abd al-Wahhab al-Dailami kondigde in deze burgeroorlog een fatwa (religieuze uitspraak) af waarin hij zijn volgelingen toestond seculiere separatisten te vermoorden. De door Omar voorgestelde samenwerking tussen de Socialistische Partij en de Islah Partij was dus nogal gewaagd.

Omar zag samenwerking met de Islah Partij als een middel om aan de macht te komen, om zo een vreedzame oplossing voor Jemens problemen te vinden, waaronder de groeiende armoede, watertekorten, corruptie, bescherming van de mensenrechten en de vrijheid van meningsuiting.

Hij werd uitgenodigd om op een partijcongres van de Islah Partij te spreken en verwierp in een verzoenende toespraak de Jemenitische cultuur van wraak en geweld. Ironisch genoeg werd hij enkele minuten daarna door een extremist die in de voorste rijen zat doodgeschoten.

Sheikh Abdullah Al-Ahmar, de sluwe leider van de Islah Partij, zag de bui na de moord al aan komen en gaf zijn eigen lijfwachten de opdracht de moordenaar mee te nemen naar zijn huis om hem daar persoonlijk te ondervragen. Hij vroeg vertegenwoordigers van de Socialistische Partij en andere oppositiepartijen daarbij te zijn. Muhammad Jarallah (geen familie van Jarallah Omar) bekende de moord en beweerde alleen, zonder samenzwering met anderen, te hebben gehandeld, omdat Jarallah Omar „een secularist is en niet in de islamitische wetgeving gelooft.”

Na de moord op Omar en op de zendelingen vliegen de beschuldigingen tussen de overheid en de Islah Partij over en weer. Volgens de overheid waren de moordenaars leden van de Islah Partij, maar volgens deze partij zijn dat leugens. Een van de twee moordenaars diende in het leger en dus zouden er banden met de Jemenitische overheid zijn. De beschuldigingen over en weer laten zien dat de verhoudingen tussen de Jemenitische overheid en de Islah Partij flink verziekt zijn.

Al-Dailami beweert nu dat de moord als doel had de samenwerking tussen de twee oppositiepartijen te verbreken. Het ministerie van Binnenlandse Zaken verwijt de Islah Partij dat zij haar verzoek om Jarallah Omar tijdens de partijbijeenkomst te beschermen, heeft afgewezen.

Het zendingsziekenhuis in Jibla heeft altijd geprobeerd om uit de Jemenitische politieke discussies te blijven maar is daar, ondanks alle inzet, toch niet goed in geslaagd. Het ziekenhuis werd er in 1995 door de Islah Partij van beschuldigd de goede naam van de islam te besmeuren door Jemenitische moslims met het Evangelie in aanraking te brengen. De beschuldiging werd verworpen door de rechter, maar het kwaad was al geschied. Radicale moslims geloofden de beschuldigingen en hebben lokale moslimwerkers in het ziekenhuis jarenlang lastiggevallen.

De Islah Partij ontkent enige betrokkenheid bij de moord op de zendelingen en zegt dat de moordenaar de Islah Partij in 1998 uit protest tegen de zachte politiek van de partij tegen de VS heeft verlaten. De VS hebben in november een raket op een auto met zes mensen afgevuurd die werden verdacht van betrokkenheid bij het al-Qaida-netwerk. De Amerikaanse operatie leidde tot scherpe kritiek van de Jemenitische oppositie inclusief de Islah Partij. Zij omschreven deze aanval als een schending van de Jemenitische soevereiniteit. De premier werd na veel politieke druk gedwongen te verklaren dat de Jemenitische overheid hierom had gevraagd en dat het dus geen ongeoorloofde inmenging in Jemen was.

De discussie laat zien dat de moord op de zendelingen mogelijk een politieke achtergrond heeft, maar het is de vraag of alle achtergronden ooit volledig boven tafel zullen komen. Amerikaanse veiligheidsdiensten hebben gewaarschuwd dat Amerikaanse zendelingen in afgelegen gebieden een gemakkelijk doelwit zijn om haat op de VS af te reageren. Het gezaghebbende Egyptische Al-Ahram Weekly concludeert dat Jemen de ingrediënten heeft voor een explosieve situatie: „een zwakke overheid, een sterke tribale samenleving, de aanwezigheid van al-Qaida-activisten en van Amerikaanse militairen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer