De bronnen zeggen dagelijks klachten te krijgen van ouders die hun kinderen gedwongen aan het rebellenleger moesten afstaan. Sinds maart zijn 600 klachten over meegenomen kinderen binnengekomen.

De rebellen hebben in december met vertegenwoordigers van het VN-fonds Unicef afgesproken het inzetten van kinderen tegen te gaan. Een Unicef-woordvoerder zei toen blij te zijn dat het onderwerp bespreekbaar was, omdat het een jaar eerder nog een taboe was.

Ook tijdens vredesbesprekingen dinsdag in Thailand is erover gepraat tussen de regering en de Tamil Tijgers. De gesprekken gingen echter vooral over betere mensenrechten. De rebellen vechten sinds 1983 voor een eigen staat in het noorden en oosten. Er zijn in die strijd al meer dan 64.000 mensen omgekomen.

De Tamil Tijgers hebben zich dinsdag teruggetrokken uit onderhandelingen met de regering over de demilitarisering van het noordoosten van het land, het gebied waar de Tamils de dienst uitmaken. Het vredesproces is echter niet in gevaar, benadrukken de Tijgers.

De demilitarisering is het gevoeligste agendapunt tijdens de vredesonderhandelingen, waarvan maandag in het Thaise Nakhon Pathom een nieuwe ronde begon. Het Srilankaanse leger eist dat de Tamil Tijgers in het noorden van het land hun wapens inleveren. Eerder wil het de legerkampen daar niet opdoeken. De Tijgers willen zich echter pas ontwapenen als het leger is vertrokken.

De hoofdonderhandelaar van de Tijgers, Anton Balasingham, verwijt de legertop zich te veel te laten leiden door president Chandrika Kumaratunga, een politieke rivaal van premier Ranil Wickremasinghe. De president moet niets hebben van de bereidheid tot onderhandelen die de premier aan de dag legt.

Er is geen sprake van een crisis, zegt Balasingham. „Er bestaat geen wantrouwen, angst of achterdocht tussen de delegaties.” De gesprekken over het vluchtelingenprobleem gaan dan ook gewoon door. Zo’n 1,6 miljoen mensen, vooral Tamils, hebben hun huis verlaten tijdens de burgeroorlog in Sri Lanka, waaraan de onderhandelingen een definitief einde moeten maken.