”Confessiones” Augustinus opnieuw vertaald
Een eenmansproject rond een weerbarstige tekst. De augustijn drs. Wim Sleddens zette zich aan de vertaling van een van de klassiekers in de geschiedenis van de kerk: de ”Confessiones” van Augustinus. „Augustinus is het meest van dit boek gaan houden. Het ging hem hierin om de genade van Christus.”
Wim Sleddens is lid van de Orde der Augustijnen. Tot 2000 was hij werkzaam in Nijmegen als pastor van de parochie Lindenholt. Van 2001 tot 2007 woonde hij in Rome, waar hij lid was van het algemeen bestuur van de Orde der Augustijnen. Momenteel is hij woonachtig in Leuven. De vertaling van de ”Confessiones” wordt zaterdag gepresenteerd tijdens een speciale studiedag georganiseerd door het Augustijns Instituut in Eindhoven.Sleddens begon al in 1996 met het vertalen van teksten van Augustinus. „Heel bescheiden met gedeelten van de ”Confessiones”. Ik wilde voor jongeren een levensbeschrijving van Augustinus geven aan de hand van de ”Confessiones”. Toen ik merkte dat de teksten aansloegen, besefte ik ook dat de ”Belijdenissen” van Augustinus in hedendaags Nederlands niet aanwezig waren.” In de twintigste eeuw is de ”Confessiones” minstens 5 keer in het Nederlands vertaald en in minstens 21 uitgaven aangeboden. De laatste vertaling van de ”Confessiones” is van de Nijmeegse theoloog en classicus Gerard Wijdeveld, die vijf jaar geleden overleed. „Die tekst is toch weer zo’n vijftig jaar oud. Daarvoor was er de bekende editie van A. Sizoo. Voor beide vertalingen geldt: zeer zorgvuldig, maar qua taalgebruik voor veel mensen van deze tijd minder geschikt.”
De vertaalklus is een eenmansproject geweest. Toen de vertaling helemaal klaar was, stuurde Sleddens zijn manuscript naar het Augustijns Instituut, dat verantwoordelijk is voor verschillende vertaalprojecten van Augustinus. „Zij wilden het uitgeven, op voorwaarde dat zich er een begeleidingscommissie over boog. Die was zeer positief over het resultaat.”
Vertalen is hard werken, zegt Sleddens: „Als het een dag niet gaat, krijg je niets voor elkaar. Het is de kunst om de gedachten als het ware uit de tekst te pellen.”
Sleddens vermeed plat taalgebruik en wilde zo helder en kort mogelijk schrijven. Hij ging niet als classicus met de tekst om, maar als theoloog. Wel hebben classici de vertaling gecontroleerd. „Mijn opzet was eerder pastoraal. Het ging mij erom mensen een herkenbare tekst in handen te geven. Augustinus vertelt in zijn boek hoe God de mensen nabij is in hun zoeken naar Hem. Ze moeten daarom niet wanhopen. De ”Confessiones” is een bekeringsbericht, maar je moet dat niet louter toespitsen op dat ene moment in de tuin waar Augustinus tot bekering komt. God is al vroeg begonnen hem te veranderen, zegt Augustinus in een terugblik, en dat proces gaat door.”
Dat bewijst het tweede deel van de ”Confessiones”, waar Augustinus laat zien wat er op de bekering volgt. Hij laat zijn nieuwe levens- en denkwijze zien. „In de tuin waar hij tot overgave aan God komt, ligt wel het sleutelmoment. Maar een ander sleutelmoment is het lezen van Cicero’s ”Hortensius”, waardoor hij vatbaar wordt voor het zoeken naar wijsheid in de filosofie. Uiteindelijk gaat het in de bekering bij Augustinus om de strijd tussen twee willen. De mens gaat die ene kant uit, waar zijn hart naar uitgaat, maar uiteindelijk heeft de genade de overhand.”
De tweevoudige lijn in de ”Confessiones” is hoe een gepassioneerde zoeker naar waarheid de volheid van waarheid vindt in Christus, aldus Sleddens. Op basis van het vertellen van zijn eigen leven en ervaringen formuleert Augustinus een eerste aanzet van zijn leer over de genade. „God neemt het initiatief, Zijn aanbod blijft voortdurend gelden, maar Hij dwingt niet. God laat zich ontdekken.”
Het mooie van de ”Confessiones” is volgens Sleddens dat het Augustinus niet alleen gaat om het aankomen bij God, maar ook om de weg ernaartoe. „God leidt het leven van de mens, al beseft hij dat op dat moment nog niet. Augustinus vergelijkt zijn leven met het heen en weer geslingerd worden door verschillende winden, maar God zit aan het roer! De mens schrikt uiteindelijk terug voor de smalle weg. Voor Augustinus was bekering ook de keuze voor het celibataire leven. Dan kom je bij Augustinus het besef tegen: waag die sprong nu maar, en dan zie je dat hij ook de kracht ontvangt om die stap te doen.”
Voor Sleddens ligt de waarde van de ”Confessiones” vooral in de kern ervan: God leidt het leven van mensen die op zoek zijn naar Hem. „Er zullen er velen zijn die zo’n diepe en lange weg als Augustinus niet kennen. Het gaat echter niet alleen om dat ene moment, maar om het gegeven dat God met elk mens bezig is. Dat is een weg die verborgen is, totdat hij ziet dat God hem al voor is met Zijn genade.”
Zie ook pag. 15.