Goudswaard moest vorig jaar het veld ruimen omdat de AIVD hem geen verklaring van geen bezwaar wilde geven. Die had de toenmalig korpschef nodig om zijn vertrouwelijke functie te kunnen uitoefenen.Goudswaard gaf zelf aan dat hij niet door de screening kwam omdat de AIVD hem chantabel zou vinden wegens oude buitenechtelijke relaties. De afgezette korpschef vond dat onterecht. Hij erkende wel dat hij in zijn vorige huwelijk affaires had gehad, maar dat was in zijn huidige huwelijk niet meer aan de orde.

Uit het rapport van de Ctivd valt echter op te maken dat een van de gronden om Goudswaard geen verklaring van geen bezwaar te geven, is dat hij informatie aan de dienst heeft onthouden. Ook zou hij volgens de AIVD informatie hebben gegeven die „niet of niet geheel op waarheid berust". Dat leidde bij de AIVD tot twijfels over de integriteit en betrouwbaarheid van Goudswaard.

Volgens de dienst bestond hierdoor het risico dat hij met de zaken waarover hij niet wilde praten, chantabel had kunnen worden gemaakt. Kwaadwillenden hadden hem met de informatie die hij niet wilde delen, onder druk kunnen zetten om geheime gegevens prijs te geven. De Ctivd constateert daarom dat de AIVD juist heeft gehandeld.

De AIVD had Goudswaard eigenlijk al bij zijn benoeming in 2003 moeten doorlichten. Dat gebeurde niet, omdat de korpsbeheerder in Zeeland verzuimde hem hiervoor aan te melden en een screening had moeten aanvragen. Volgens de Ctivd treft de AIVD hiervoor dan ook geen blaam. Ook toenmalig minister van Binnenlandse Zaken Johan Remkes had moeten merken dat Goudswaard niet was aangemeld, aldus de commissie.

Een woordvoerster van de AIVD zegt dat het prettig is als een onafhankelijk onderzoek tot de conclusie komt dat de dienst correct heeft gehandeld. „We waren er zelf ook van overtuigd dat we zorgvuldig te werk waren gegaan".