De predikant uit Goedereede sprak aan de hand van 2 Timotheüs 3 over de eindtijd. Paulus schrijft daar aan zijn ‘zoon’ over de levenswandel van de mens en de bedreiging van de leer.Gierigheid, geldzucht, ongehoorzaamheid aan de ouders en slecht taalgebruik hebben maar één grondslag, aldus ds. De Mots: „Men houdt vooral nog maar van één iemand en dat is: zichzelf.”

Deze tendens in de maatschappij beïnvloedt volgens de predikant ook de christelijke gemeente. De grenzen van Gods geboden lijken verlegd te worden. „Moet er niet steeds veel meer kunnen omdat ‘men’ het ook vindt en denkt?”

Ds. De Mots sprak over een verschuiving van een vijfletter- naar een tweeletterdenken. „Het gaat niet langer om „alzo zegt de Heere”, maar om „alzo zeg ik.””

In Timotheüs’ tijd verbloemden bedriegers in geslachtsrekeningen de kern van het Evangelie. Ook de lichamelijke opstanding uit de dood werd ontkend en daarmee „is er niets nieuws onder de zon.”

Hij spoorde de leden van de mannenbond aan zich niet te laten beïnvloeden door andere mensen, of zelf selectief te luisteren naar het Woord en de ergernissen eruit weg te poetsen. „Timotheüs werd opgeroepen terug te vallen op het Woord.”