Gerben Budding: dirigent met talent
Plaats:
Sint-Willibrorduskerk, UtrechtTijdstip:
vrijdag 17 april, 20.00 uur
Uitvoerenden:
Projectkoor en -orkest o.l.v. Gerben Budding
Programma:
Poulenc en Duruflé
Twee hoofdvakstudies, orgel en koordirectie, en ook nog eens binnen vier jaar, de normale tijd voor het conservatorium, afstuderen. Die prestatie levert Gerben Budding (21) uit Veenendaal. Vrijdagavond deed hij eindexamen koordirectie (docent Rob Vermeulen); donderdag 18 juni volgt het orgelexamen in de Domkerk (docent Reitze Smits). Budding is kerkorganist in de hervormde gemeenten van Achterberg, Overberg en Veenendaal.
Het concert in de weelderig versierde en goed gevulde Utrechtse Willibrorduskerk begint met een ongedachte tegenvaller: de dirigent is zijn stokje kwijt. Geen nood. Het eerste deel van het programma bevat a-capellakoormuziek van Francis Poulenc en die dirigeert Budding, naar goed gebruik, zonder stokje.
Poulencs kerst- en passiemotetten, op Latijnse teksten, luisteren prettig, maar zijn verre van eenvoudig om te zingen. De vele dissonante akkoorden vragen een grote stemvastheid van het koor. De 24 gelegenheidszangers –deels leden van de Utrechtse Domcantorij– zijn technisch wel wat gewend en slaan zich er goed doorheen, op een enkele ongelijke inzet na.
Budding heeft de touwtjes stevig in handen. Crescendo’s dwingt hij met brede gebaren af, maar evenzogoed weet hij de koorleden met kleine bewegingen tot subtiele nuances te brengen. De ruime kerkakoestiek werkt optimaal mee om van deze muziek een belevenis te maken: ogen dicht en genieten!
Voor deel twee van het programma, het Requiem van Duruflé, verhuist het koor naar het achterste deel van de kerk en stelt zich op rond de gelijkvloerse speeltafel van het elektropneumatische, symfonische Maarschalkerweerdorgel. Het orkest, inclusief trompetten en pauken, past er nog maar net bij.
Budding, mét stokje, zet het werk van Duruflé overtuigend neer. Vooral het Sanctus, met grote muzikale tegenstellingen, maakt indruk.
De jury bekroont het concert met een 9 en noemt Budding „een talent.” Hij krijgt mooie complimenten: „volledige controle, grote beheersing, veel temperament en bevlogenheid.” Aandachtspunten zijn er ook, aldus de voorzitter. „Je had het zo goed voorbereid dat er soms te weinig ruimte voor avontuur was. Maar je gaat doorstuderen, dus dat komt goed.”