Musikalisches Opfer
Op 7 mei 1747 werd Johann Sebastian Bach uitgenodigd aan het hof van Frederik II, koning van Pruissen, in Potsdam. Frederik was zelf een goede fluitist en had een thema gecomponeerd. Hij wilde Bach horen improviseren op dit thema. Bachs zoon Carl Philipp Emanuel was in dienst bij de koning. Bij die gelegenheid speelde de koning –behalve een uitmuntend fluitist ook een verdienstelijk componist en prima klavecimbelspeler– Bach op klavecimbel een improvisatiethema voor en vroeg de componist op dat thema een variatiewerk te componeren en te laten uitgeven.
Aldus geschiedde, en zo ontstond een werkelijk monumentaal meesterwerk van muzikale structuren en contrapuntisch vernuft: ”Musikalisches Opfer”. Vanuit het thema van de koning schreef Bach namelijk een sonate voor traverso, viool en basso continuo, drie ricercares (voorloper van de fuga) voor verschillende bezettingen en een aantal korte canons.Deze prachtige, tijdloze muziek heeft ruim 260 jaar later nog evenveel charme en zeggingskracht als toen. Bach schreef het werk niet met de bedoeling dat het altijd in z’n geheel uitgevoerd zou worden. De verzameling van tien canonische verwerkingen is op zichzelf al zeer de moeite waard.
Van werken als ”Kunst der Fuge”, ”Das Wohltemperierte Klavier” en dit ”Musikalisches Opfer” is het niet altijd eenvoudig de muziek te doorgronden, vanwege de grote complexiteit. Meelezen met een partituur is daarom handig. Maar ook zonder partituur raakte deze uitvoering mij. Koopman en de andere instrumentalisten zetten een mooi uitgebalanceerd geheel neer, met prachtige, natuurlijke tempi, fraai gearticuleerde frasen. Daarnaast blijft de uitvoering vocaal en vol muzikale emotie. Koopman en de zijnen slagen erin om deze complexe muziek heel doorzichtig en helder neer te zetten. De opname is mooi in balans en akoestisch prettig opgenomen.
N.a.v. ”Ton Koopman and members of the Amsterdam Baroque Orchestra – Johann Sebastian Bach – Musikalisches Opfer BWV 1079”; Challenge Classics (CC72309); € 17,95.