Kloneren is in strijd met de scheppingsorde
Kloneren is een totaal nieuwe manier van voortplanting die het leven (nog verder) dreigt af te sluiten van God, waarschuwt prof. dr. ir. H. Jochemsen.
De eerste twee gekloneerde baby’s zijn geboren - als we de berichten mogen geloven. Achter deze onderneming zit een sekte die, volgens de berichtgeving, probeert het eeuwige leven te bereiken. De toepassing van deze voortplantingstechniek bij de mens is ook in kringen van onderzoekers en medici breed afgewezen, al was het alleen al vanwege de risico’s voor de kloonbaby.
Maar er zijn ook ander redenen tegen toepassing van kloneren bij mensen. Voor een goed zicht hierop kan een onderscheid van de Joodse geleerde A. Heschel behulpzaam zijn. Deze stelt in zijn boek ”Wie is de mens?” (Baarn 1993, blz. 95 en 96) dat er principieel gezien twee manieren zijn waarop de mens zich kan verhouden tot de werkelijkheid: manipulatie en waardering. „Op de eerste manier ziet hij in hetgeen hem omringt dingen om te hanteren, krachten om te beheersen, voorwerpen om in gebruik te nemen. Op de tweede manier ziet hij in hetgeen hem omringt dingen om te aanvaarden, te begrijpen, op prijs te stellen of te bewonderen. (…) Manipulatie is de oorzaak van vervreemding; als er tussen voorwerpen en mij geen band is, zijn de dingen dood en ben ik alleen. Maar wat belangrijker is: een leven van manipulatie vertekent het beeld van de wereld. De werkelijkheid wordt gelijkgesteld met de bruikbaarheid (…).” Een leven dat geheel gekenmerkt wordt door de verhouding van manipulatie, sluit zich volgens Heschel af van de geestelijke wereld, van God.
Afsluiting van God
Daarmee wil ik niet suggereren dat de verhouding van manipulatie in het geheel te vermijden is. We leven in een gevallen schepping, door menselijke schuld. Er is veel verstoring, ziekte en gebrokenheid. Maar in de natuur en in de menselijke verhoudingen is nog altijd een orde werkzaam die teruggaat op de schepping. Het gaat erom te leren onderscheiden tussen verstoring en orde, om vervolgens de verstoring zoveel mogelijk tegen te gaan. Om dat onderscheid te maken is Gods Woord onontbeerlijk, maar bij deze nieuwe ontwikkelingen op zich niet voldoende. We zullen ons moeten oefenen in een moreel onderscheidingsvermogen, op basis van Gods Woord. Dit vereist een houding van waardering, waarbinnen een genormeerde plaats is voor manipulatie.
Wat betekent dit voor een oordeel over het kloneren van dieren en mensen? De wijze waarop de mens van nature in de wereld komt -door seksuele vereniging van man en vrouw die is bedoeld als liefdesvereniging- behoort tot de normatieve orde van de schepping. Stoornissen in de vruchtbaarheid mogen medisch worden behandeld. Maar kunstmatige voortplantingstechnieken dienen in elk geval binnen het huwelijk en zonder embryomanipulatie te worden toegepast. Kloneren is een totaal nieuwe manier van voortplanting, die als manipulatie -in de zin van Heschel- moet worden gezien. Een wijze van handelen die het leven -nog verder- dreigt af te sluiten van God.
Familieverhoudingen
Een tweede bezwaar is ook de verdere opsplitsing en zelfs verduistering van het ouderschap. Een gekloond kind heeft geen ouders in de gebruikelijke zin van het woord. Genetisch gezien kan men de ouders van de kerndonor beschouwen als de ouders van de kloon. Maar er is ook een genetische relatie met de donor. Hoe die geduid moet worden is onduidelijk. Gedacht vanuit normale verwantschapsverhoudingen kan de kloon als een verlate eeneiige tweelingbroer of -zus worden gezien van de kerndonor. Bij een volwassen donor is gevoelsmatig toch ook sprake van een soort ouder-kindverhouding. Verder zijn er de donor van de eicel en de vrouw die het kind draagt en baart. Dit kan dezelfde vrouw zijn, maar dat hoeft niet. Overigens kan een vrouw ook alledrie de elementen aandragen: de kern, de eicel en de baarmoeder. De vrouw zou dan in zekere zin haar eigen eeneiige tweelingzus baren. Meer voorbeelden zouden te geven zijn, maar inmiddels zal duidelijk zijn dat kloneren de familieverhoudingen danig in de war zal sturen. Dit is in de eerste plaats niet goed voor het gekloonde individu. Kinderen zijn gebaat bij een stabiele opvoedingssituatie en duidelijkheid omtrent afkomst en de mogelijkheid zich te ontwikkelen in relatie met vader en moeder. Bovendien zal het tot familierechtelijke problemen leiden.
Ontwerp
In de derde plaats zou kloneren een stap verder zijn in het streven naar beheersing van de voortplanting dat de geldende orde hiervoor niet erkent. Kloneren betekent een kind, een persoon willen die bepaalde eigenschappen heeft. De ene mens wordt ontwerp voor de ander. De ouder-kindrelatie verschuift van een persoonlijke relatie van ontvanger-gave naar een relatie van maker-maaksel.
Dat het ”maken” nog maar heel betrekkelijk is, doet aan het ingrijpende karakter van die stap niets af. Ook al zou het een gering aantal mensen betreffen, door de symboolwerking zou dat ingrijpende consequenties kunnen hebben voor ouderschap en gezinsvorming in onze samenleving. Die stap is in strijd met de waardigheid van ieder mens als geschapen naar Gods beeld. Verder geeft onderzoek aan dat een onvoorwaardelijke aanvaarding door de ouders bevorderlijk is voor een positieve psychische ontwikkeling. Het valt te verwachten dat een aanvaarding op basis van voorwaarden nadelig zal zijn voor die ontwikkeling. ”Maken” betekent verder een (zekere) beschikkingsbevoegdheid.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat als een van de mogelijke toepassingen van kloneren wordt genoemd het ”maken” van een ”kopie” die voor het ”origineel” als leverancier van organen kan dienen. Zolang het bij die ”leverancier” gaat om een menselijk embryo of foetus is dat een volstrekt verwerpelijke toepassing. Overigens, ook een andere toepassing die ik gelezen heb (”vervanging” van een geliefde) overtuigt niet, omdat een genetisch identieke persoon nog niet dezelfde persoon is.
Heilsstaat
We kunnen ons afvragen hoe het zit met de ziel van een mens die uit een volwassen individu is gekloond. Het menselijk bestaan kent een lichamelijke en een geestelijke dimensie, die een eenheid vormen. Dit betekent dat waar in biologisch opzicht een menselijk individu in het leven wordt geroepen, dat ook direct een bezield individu is. Anders gezegd, de Schepper verbindt zich zo met het werk van Zijn handen, dat waar in biologisch opzicht een menselijk individu wordt gevormd, Hij daarvan een bezield individu maakt met eeuwigheidsbetekenis. Dit benadrukt de enorme verantwoordelijkheid van mensen vooral ook ten aanzien van de wijze waarop zij met seksualiteit omgaan. Nergens is de mens meer betrokken op Gods scheppend werk dan in het krijgen van kinderen. Op een geheel nieuwe manier zou dat ook gelden als het mogelijk zou blijken een kind via kloneren ter wereld te laten komen. Maar wat het in geestelijk opzicht betekent om langs die weg op de wereld gezet te worden, daarvan hebben we geen idee. We moeten het dan ook niet doen.
De geboorte van de eerste kloonbaby heeft een directe geestelijke achtergrond; ook de geboorte op tweede kerstdag zal niet toevallig zijn. Maar laten we ons niet vergissen. Heel de wetenschappelijke en technische onderneming waarmee mensen trachten het leven en de voortplanting in de greep te krijgen, kent mede een pseudo-religieuze achtergrond. Dit is het streven naar een ”heilsstaat” buiten het Kind van Bethlehem om, Die in de weg van gehoorzaamheid aan God, offerdood en opstanding de enige mogelijke basis heeft gelegd voor een werkelijke heilsstaat waarin niet geregeerd zal worden via de macht van de manipulatie maar met de macht van de liefde.
De auteur is directeur van het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut en bijzonder hoogleraar medische ethiek.