Bevlogen, bedrijvig, breed
Als musicus is hij bevlogen en bedrijvig, breed inzetbaar, voortdurend op zoek naar nieuwe muzikale wegen. Daarbij loopt hij nogal eens tegen grenzen aan. André van Vliet (39) uit Polsbroek viert dit seizoen zijn 25-jarig jubileum als kerkorganist.
Ter gelegenheid van zijn jubileum maakte Van Vliet een cd-box met drie programma’s. Op de eerste schijf speelt hij in de evangelisch-lutherse kerk van Den Haag een programma met literatuur. Op de tweede cd, opgenomen in de St.-Stefanuskerk in Hasselt, speelt hij met ”muziekvrienden”, onder anderen Jan Lenselink (piano), Noortje van Middelkoop (panfluit) en Arjan en Edith Post (trompet). De derde opname bevat nieuwe koraalbewerkingen, gespeeld in de Grote Kerk in Apeldoorn; speciaal voor zijn jubileum vroeg Van Vliet namelijk vijftien bevriende musici om voor hem een koraalbewerking te schrijven.De cd-box, die zaterdag tijdens een eerste jubileumconcert in de Michaëlskerk van Oudewater werd gepresenteerd, typeert de manier waarop Van Vliet in de orgelwereld bezig is: bevlogen, bedrijvig, breed, steeds op zoek naar nieuwe muzikale wegen.
Dat is de orgelwereld. Daarnaast is André van Vliet echter ook actief als dirigent, arrangeur en pianist.
Vier ambachten
„Ik kan niet zonder die breedte”, zegt de musicus. „Ik heb veel bewondering voor collega’s die zich specialiseren op één bepaald terrein. En die dan foutloos spelen. Geweldig! Maar ik weet van mezelf dat dat voor mij niet haalbaar is. Daarvoor wil ik te veel. In feite praat je over vier ambachten. Die kun je niet alle vier op topniveau beoefenen.”
Hij heeft de afwisseling ook nodig. „Als ik in de zomer het hele land door geweest ben voor orgelconcerten, ben ik blij dat half september de koorperiode weer aanbreekt. Als ik dan weer met anderen musiceer, denk ik: hè, hè, niet meer alleen. Maar tegelijk vind ik het in februari weer heerlijk om te gaan studeren voor het zomerseizoen.”
Regelmatig loopt Van Vliet tegen zijn grenzen aan. „Ik vind veel te veel dingen leuk. En alles wil ik zo goed mogelijk doen.” Ooit schreef hij een twee uur durende compositie over het leven van David. „Maar ik ben gestopt met het schrijven, behalve dan een enkel stuk voor m’n koren.” Als pianist zou hij graag Beethoven op de lessenaar zetten, maar ook dat heeft hij uit z’n hoofd gezet.
Daarnaast heeft hij een beperking aan zijn rechterhand, waardoor de spreiding niet maximaal is. Grote koraalbewerkingen van Reger of een Carillon de Westminster van Vierne moet hij daarom laten liggen. „Jammer, ja. Maar je kunt blijven steken bij Reger. Je kunt ook kijken naar de berg muziek die er ligt van figuren naast Reger.”
Flinke tik
Het begon allemaal in Benschop, waar André opgroeide. Als 9-jarig jochie begeleidde hij daar in de gereformeerde kerk zijn eerste dienst. In 1984, nu 25 jaar geleden, volgde een officiële aanstelling als organist in de gereformeerde kerk van Oudewater. Via gereformeerd Lopik kwam hij negentien jaar geleden in de hervormde kerk van Polsbroek terecht, waar hij nog steeds organist is.
Hoewel het tweeklaviers Holtgräve/Van den Heuvelorgel geen geheimen meer voor hem kent, is hij toch tevreden met zijn plaats hier. „Ik ga toch niet mijn hele gezin verkassen, inclusief kinderen in de puberleeftijd, omdat ik zo nodig een mooier orgel wil?”
Muzikaal gezien waren Gijsbert Lekkerkerker en vooral Herman van Vliet zijn leermeesters. „Van Herman heb ik een flinke tik meegekregen. Vooral de tijd dat ik als registrant meeging naar concerten heeft me enorm gevormd. Dat ik bijvoorbeeld ongelooflijk veel tijd steek in het uitzoeken van de registraties heb ik van hem.”
Over zijn conservatoriumperiode in Utrecht is Van Vliet positief. „Een prachtige tijd. Drie jaar had ik les van Nico van den Hooven, die gespecialiseerd was in Bach en triospel. Maar hij zei nooit een lelijk woord over iemand als Feike Asma, van wie hij overigens zelf les had gehad. En van Jan Welmers kreeg ik moderne muziek. Ik heb er veel van geleerd.”
Het gaat erom wat je verwacht op het conservatorium, zegt de musicus. „Als je jaren les hebt gehad van Herman van Vliet, ga je toch niet naar het conservatorium om Guilmant of Widor te leren spelen?”
Op zijn concertprogramma’s staat bijna altijd iets van Bach. Uit de periode daarvoor bijna nooit iets. „Vóór Bach is het allemaal zó teer. Dat moet je alleen doen als je het verschrikkelijk goed kan. Ik heb er ook minder mee. Hoewel, Böhm en Scheidt zo nu en dan. Of hier in Oudewater Psalm 140 van Sweelinck: zo heerlijk middeleeuws.”
Vox Jubilans
„Ik voel me organist”, zegt Van Vliet, „maar ik beleef ook erg veel vreugde aan het dirigeren. En juist dit onderdeel van mijn werk heeft de laatste jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt.”
Hij doelt mede op zijn aanstelling bij het bekende koor Vox Jubilans uit Waddinxveen, na het overlijden van dirigent Pieter Stolk twee jaar geleden.
„Het is me overkomen. Sterker nog: ik heb nee gezegd toen het bestuur bij me kwam. Ik keek torenhoog op tegen Pieter Stolk. Hij heeft zo’n stempel op dat koor gezet. Wie ben ik dan om dat over te nemen?”
Hij vindt het prachtig om te doen. „Tegelijk is het ook knalhard werken. Maar als dan, zoals laatst bij het passie- en paasconcert in de Goudse Sint-Jan, er zo intens wordt gemusiceerd, dan word ik heel klein. Prachtig om zo het lijdensevangelie te mogen doorgeven.”
Dat is dan ook z’n diepste drijfveer als musicus. „Het past niet bij me om doelen na te streven. Maar áls ik dan een doel moet formuleren, dan is het dat ik door middel van de muziek iemand bij de Heere Jezus mag brengen.”
andrevanvliet.nl voor meer informatie rond Van Vliets jubileum.